972
Bij het verlaten van de tromp behoudt het projectiel echter de zijde-
lingsche snelheid bc. Richt men nu op dgelegen op een afstand
van c gelijk aan den afstand ac en is de loodljjn de bcdan
zal ce de richting zijn van het projectiel na het verlaten van de
tromp. Aangezien de snelheid d e gering is, zal zij weinig verandering
ondergaan tengevolge van den luchttegenstandzij blijft dus vrijwel
constant. Geheel anders is dit met de voortgaande snelheid ed
van het projectiel, die door den ontzettenden luchttegenstand aanmer
kelijk zal verminderen. Hoe geringer de voortgaande snelheid wordt,
hoe meer de zijdelingsche snelheid haren invloed zal uitoefenen. De
afwijking van het projectiel zal dus een kromme lijn zijn, met hare
richting steeds afwjjkende van het mikpunt M. De afwijkingen Mf
en fg zullen te zamen vormen de fout in schootshoek op den afstand
aM. Deze fouten in schootshoek zijn niet altijd dezelfde, ook zij zijn
aan spreiding onderhevig.
Deze spreiding nu heeft Wolozkoi opgespoord zoowel van zeer
goede schutters als van middelmatige en gevonden, dat de 50 fout
in schootshoek van zeer goede schutters bedraagt 0.16 en van mid
delmatige 0.4 in honderdsten van tangenten uitgedrukt bij eene aanvan
kelijke snelheid van het projectiel van 400 M. In verband met
bovenstaande beschouwingen zullen de fouten van zeer goede en mid
delmatige schutters bij een aanv. snelheid van 730 M. van ons tegen
woordig geweer respectievelijk veranderen in •=0.08767
en 400 X 0 4 0 2191, waarvoor wij gemakshalve zullen nemen
7 30
respectievelijk 0.088 en 0.22.
De spreidingen of 50°/0 fouten in sehootshoek 0.088 en 0,22
bestaan dus uit de som der afwijkingen van de tromp en van het
projectiel na het verlaten van de tromp, welke op zeer korten
afstand aan elkaar gelijk zijn, zoodat we voor ieder de helft kunnen
nemen van de 50% f°ut schootshoek. Op alle afstanden big ven
afwijkingen, die een gevolg zjjn van de beweging van de tromp,
zooals we gezien hebben, constant evenredig, hetgeen echter niet het
geval is met die van het projectiel, die afhankeljjk zijn van de
gemiddelde snelheden van dat projectiel. Om dus de afwijkingen