982 redeneD, dat hoewel de 50°/0 dieptespreiding theoretisch beneden de 100 M. zou moeten zijn, de omstandigheid, dat aan de richting, ten gevolge van den hoogen opzet, moeilijkheden in den weg worden gelegd, oorzaak zal zijü, dat de spreiding grooter wordt. Thans rest ons nog de trefferruimten op de vizierlijn yoor de verschillende doelen zonder diepte op de verschillende afstanden te berekenen. TABEL VIII. Afstanden in Meters. Staande. Knielende. Liggende. Afstanden in Meters. Knielende. Liggende. Afstanden in Meters. Staande. Knielende. Liggende. 200 410 303 132 375 198 143 55 550 111 78 29 225 365 270 111 400 180 120 50 575 103 72 27 250 325 245 97 425 166 118 45 600 96 67 25 275 291 220 85 450 152 108 40 625 89 64 23 300 263 192 75 475 140 99 37 650 83 61 22 325 239 176 68 500 129 91 34 675 77 59 21 350 217 157 61 525 120 84 41 700 72 57 20 D S50 1 50 M. (200 en 400 M.) Gemiddeld trefpunt 50 M. dichter. 0.5 1 1 1 2 2 2.5 4 4 5 6 6.5 7 7 7 7 6.5 6 5 4 4 2.5 2 2 1 1 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 20 40 60 8 100 12( 140 160 180 200 220 240 0.5 0.5 1 1.5 2.5 3 4 5.5 6.5 7.5 8.5 9 9 8.5 7.5 6.5 5.5 4 3 2.5 1.5 1 0.5 0.5 D Ss0 '120 M. (450 700 M.) Gemidd. trefpunt 40 M. dichter. 0) 03 53 OD

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 462