991
dat een trekkerveer van het Beaumontgeweer brak?" Bovendien
kon die veer (door het vastzetten met eene schroef) nog wel eens
losraken, bij de door mij aangegeven wijze van constructie zal dat
niet voorkomen.
10e. Over het drukpunt verneem ik insgelijks zeer verschillende
meeningen en zal daarover dus niet spreken, alleen wijs ik er nog
maals met nadruk op, dat onze drukpuntconstructie fout is. Kan
zij niet anders gemaakt worden, dan is zij ook zeer beslist overbodig!
lle. De opmerking omtrent den haak van den patroontrekker
erken ik als juist en neem die in dank aan.
De voeten c van den patroontrekker moeten echter ook niet juist
passen in de gleuven b van den geleider, er moet zelfs speling bestaan.
Blijkt de patroontrekker te dun, welnu dat men hem verdikke
12e. Dit is wel waar, maar bij het Mannlicher geweer is vergissing
licht mogelijk door het gelijkvormige voorkomen van den grendel
met of zonder afsluiter, doch het zou toch wel wat kras zijn als de
soldaat vergat om een zoo groot instrument, als mijn patroontrekker
is, aan te brengen
Dat het aanmaken van het door mij voorgestelde wapen 1000
zou kunnen kosten, bevroedde ik niet, anders had ik zulks niet eens
gevraagd en het ontwerp ook niet gepubliceerd, daar ik daardoor niet
meer gevrijwaard ben tegen namaak. Ik had gedacht, dat men het
van eene waarlooze loop met staartstuk door middel van inleggen
en uitfreezen had kunnen vervaardigen.
Hiermede hoop ik de bezwaren van den Heer v. W. te hebben weer
legd. Hoewel ik dus niet overtuigd ben geworden, dat mijn geweer niet
bruikbaar is of zelfs maar achterstaat bij het tegenwoordige, zoo zeg
ik hierbij den Heer v. W. toch mijn hartelijken dank, ten eerste voor
de welwillende opmerking op blz. 886 en ten tweede voor de
moeite, die hij heeft willen nemen om eene volledige critiek over
mijn voorgesteld wapen te schrijven. Zou het nu te veel gevergd zijn
als ik hem verzocht, hetzij in het I. M. T., hetzij langs particulieren
weg, de juistheid mijner weerlegging te erkennen
Tjimahi 8 Sept. '99. F. J. P. Sachsk.