993 Dat de officiersopleiding een der goedkoopste is, is waar. Wij had den dit, volgens de Indische Gids, bij de vergelijking met andere ambtenaren wel eens mogen releveeren. Ook dit geven we toe, maar dan hadden we meer punten moeten releveeren. Dan hadden we er o. a. ook op moeten wijzen, waarom de Staat hiertoe moest over gaan; er op moeten wijzen, dat de vooruitzichten tot het behalen van hoogere rangen zoo droevig zijn; er op moeten wijzen, dat waar het Binnenlandsch-Bestuur op 17 ambtenaren 1 resident telt en op 9 ambtenaren 2 assistent-residenten, het Lager op 183 officieren 1 kolonel en op 26 officieren slechts 1 luitenant-kolonel of majoor telt (1). De kans, om eenmaal een voldoend inkomen te zullen ver- krjjgen, is dus bij het Binnenlandsch-Bestuur enorm veel grooter. Dat ook in werkeljjkheid de ambtenaren bij laatstgenoemden tak van dienst in veel grooteren getale eene financieel behoorlijke positie bereiken dan de officieren, blijkt duidelijk uit bovenstaande gegevens in verband beschouwd met de graphische voorstelling in Fig 1 van ons opstel. Niettegenstaande toch de verhoudingscijfers van het aantal hoogere en lagere rangen bij het Binnenlandsch-Bestuur zooveel gunstiger zijn dan bij het Leger, ziet men, dat de controleur toch eerst na een diensttijd van 181 /2 jaar opklimt tot assistent-resident. In nauw verband met het bovenstaande staat de kwestie der pen sioenen. De Indische Gids wijst er op, dat de pensioenen der offi cieren in 't algemeen niet hooger (hier wordt bedoeld lager) zouden zijn dan die der ambtenaren. Een ambtenaar Binnenlandsch-Bestuur krijgt immers, als hij er na 20 jaar uitgaat, heel wat minder pensioen 1800). Ook hierin kunnen wij niet medegaan. Moge zulks in abstracto al waar zijn, men behoort daarbij in aanmer king te nemen, dat een ambtenaar van het Binnenlandsch-Bestuur na 20 dienstjaren eerst l1/2 jaar assistent-resident is en men zal ons toegeven, dat het aantal hunner, die dan gepensionneerd worden, al zeer gering is. Wij bezitten de gegevens niet om na te kunnen gaan hoe lang gemiddeld de ambtenaar dient, die het niet tot resident brengt, (1) Zie Indische Gids 1899 blz. 941.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 473