999
nadeelen heeft en maakt de invoering van de fusie daarvan geheel onaf
hankelijk, daarmede belangrijke financieele voordeelen prijs gevende.
Bij deze erkentenis was er geen plaats voor het denkbeeld, dat de S.
d. B. zich geheel op een utiliteits standpunt heeft geplaatst.
Als 5e nadeel van eene fusie wordt aangegeven de aanzienlijke uit
breiding van de studie van allen, die naar den officiersrang dingen.
Onoverkomelijk wordt dit bezwaar niet geacht indien de studietijd met
een jaar wordt uitgebreid. Wij achten dit laatste aan bedenking onderhevig.
Door de laatst ingevoerde regeling van het militair onderwijs werd de
studietijd van het aspirant officierspersoneel van de K. M. A. reeds met
één jaar verlengd; door hieraan nog één jaar toe te voegen de eischen
voor toelating als cadet en daarmede de leeftijd waarop de studie aan
vangt, zullen toch wel niet verlaagd kunnen worden zou er toe leiden,
dat nog minder dan thans gerekend kan worden op jongere hoogere
troepenaanvoerders.
Schrijver knoopt aan zijne beschouwingen over militair onderwijs een
voorstel vast om te breken met de bestaande regeling van geheele oplei
ding in Nederland van onderofficieren voor den Indischen officiersdienst.
Wij betwijfelen of bij de door hem voorgestelde opleidingswijze de aan
vulling van het Indische officierskorps verzekerd is zoolang nog niet het
denkbeeld „als koloniaal naar Indië gaan" geheel en al is uitgeroeid.
Na als 6e bezwaar de benoodigde dubbele vakkennis te hebben aan
geroerd, betoogt de schrijver als 7e en 8e nadeel de mindere opgewektheid,
waarmede de fusie officier èn in Indië èn in het Moederland zijne dien
sten zal verrichten; in Indië, omdat hij dit land als een verbanningsoord
zal beschouwen, in Nederland, omdat hij na een kijkje in den Indischen
militairen dienst, dit dorado van het echte soldatenhart, van zijne illu
sion beroofd wurdt, bij terugkeer in een weinig geapprecieerden werk
kring in het niilitieleger.
Ons komt de redeneering, die er toe leidde Indië als een verbanningsoord
voor te stellen, niet vrij van overdrijving voor, te minder nu de gezin-
nenquaestie buiten beschouwing kan blijven; dat „steenachtige hol" en
die „afschuwelijke exemplaren uit de dierenwereld" zijn geene beletselen
tegen een opgewekten meermalen luidruchtigen geest onder de zeer jonge
officieren.
Bij het bespreken van een 9e nadeel, de belangen van Indo-Europeanen,
wordt nogmaals een staf gebroken voor de kans van deze categorie van
personen om den officiersrang te bereiken.
Wij wenschen er hier de aandacht op te vestigen, dat jaarlijks voor
18 Indische jongelieden gelegenheid bestaat ter opleiding voor officier te
worden aangenomenmen mag bezwaren opperen tegen de wijze van op-