575 Willen wjj daarmede degelijk werk leveren, dan dienen wij ons ter dege te wapenen om hunne ondeugden te kunnen bestrijden, dan dienen wij ons duchtig te bekwamen om van hunne deugden partij te kunnen trekken. Als wij thans eerlijk de rekening opmaken, dan blijkt, dat onze inlanders kunnen worden gevormd tot zeer bruikbare soldaten in 't algemeen en tot zeer goede soldaten in de tropen, speciaal voor ons leger dus. Doch dat dan daarvoor één voorwaarde moet worden vervuld: de aanvoering mag niet middelmatig, doch moet goed zjjn. Als dit wordt ingezien, dan zal voor de vorming van het toekomstige Indische officierkorps meer, veel meer worden gedaan dan tot heden geschiedde, dan zal de gebrekkige opleiding, de meer dan gebrekkige aanvulling van ons Europeesch kader met den noodigen ernst worden herzien. Maar dan ook zal het Indisch leger met vertrouwen de grootsche taak kunnen aanvaarden, die het moet worden opgedragen de verdediging van heel het Neerlandsch reuzenrijk in Azië tegen eiken aanval van buiten. Heb ik in de voorgaande bladzijden de militaire waarde van onze inlanders trachten vast te stellen, thans rest nog te bespreken op welke wijze wij soldaten van hen zullen moeten maken. Het is een feit dat thans bij de depot-bataljons onzen inlanders eene vrjj groote hoeveelheid, deels onmisbare, kundigheden wordt bijgebracht, maar ook is het een feit, dat daar reeds vele hunner goede eigenschappen voor een belangrjjk deel verloren gaan door onkunde, oppervlakkige behandeling en miskenning van de zijde der opvoeders, terwjjl door gelijke oorzaken van het ontwikkelen van sluimerende deugden al even weinig sprake is als van het tegengaan of leiden van aangeboren ondeugden. (Men gelieve onder de boven genoemde opvoeders niet uitsluitend en zelfs niet in de eerste plaats te verstaan de bij de depot-bataljons ingedeelde officieren, want deze zijn het niet, die de algemeene richting van het onderwijs bepalen, al kunnen zij te beginnen met den bataljonscommandant op de détails grooten invloed uitoefenen). Bij dat verloren gaan van veel goeds komt nog het aanleeren van veel kwaads, doordat nog altijd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 47