1000
leiding, die een verblijf in Europa noodzakelijk maakt, op het belang,
dat voor het Leger ligt in het tijdelijk verblijf in Europa van al zijn
hooge en lage aanvoerders, behoeft wel niet te worden gewezen. Deze
quaestie is trouwens thans buiten de orde, maar of het op den weg van
de fusie ligt de thans bestaande kansen uit te breiden, meenen we te
mogen betwijfelen.
Schrijver voert vervolgens als nadeel aan, dat bij samensmelting de
band tusschen officieren en soldaten zal losraken en vreest dat vertrouwen,
achting en aanhankelijkheid tusschen officieren en soldaten zal verloren
gaan, wanneer de laatsten den indruk ontvangen, dat zij het slechts met
geleende officieren zouden moeten doen.
Wij stellen daartegenover de vraag of die band thans niet bestaat
tusschen soldaten en gedetacheerde officieren, die toch ook maar „geleend"
zijn. Mocht het eenmaal onverhoopt tot een fusie komen, dan zal evenzeer
de soldaat, naar we hopen en vertrouwen, vele fusie-officieren bij naam
of overlevering kennen.
De volgende bezwaren, rakende de vele overplaatsingen, die de fusie
zal ten gevolge hebben en het verminderen van de, helaas toch al geringe,
aanraking, die tusschen het Indische Leger en de Indische maatschappij
bestaat, onderschrijven we volkomen.
Als 13e en 14e nadeel wordt betoogd, dat door de fusie de officiersstand
in het algemeen zal achteruitgaan en de aanzienlijkste standen, nog meer
dan thans, zich zorgvuldig van kennismaking met de Koloniën zullen ont
houden. Zooveel te meer wordt hiervoor reden gevonden, nu de ingevoerde
persoonlijke en a. s. algemeene dienstplicht eene aanzienlijke vermeerdering
van het militie-officierskader zal medebrengen.
De toekomst zal de waarheid hiervan vermoedelijk bevestigen; wij
meenen intusschen te mogen aanvoeren, dat juist uit de aanzienljjkste
standen detacheeringen van officieren in Indië herhaaldelijk plaats vonden.
Aan het slot van zijne beschouwingen vermeldt schrijver terloops nog
een tweetal door hem weinig getelde nadeelen omtrent administratief
beheer en beoordeelingen.
Ook wij komen aan het slot van onze beschouwingenal konden wij
niet overal deelen in wat de schrijver als argumenten aanvoert, het kan
niet worden ontkend, dat hij op volledige wijze het niet militaire publiek
bekend maakte met de redenen, die er toe nopen de samensmelting der
officierskaders geen nationaal belang te achten. Dat hij daarbij belooft
ook aan de argumenten, die door voorstanders van dat denkbeeld zijn
aangevoerd, een plaats in zijne beschouwingen te geven, kan niet anders
dan een lofwaardig streven naar onpartijdigheid worden genoemd.
H.