HET NIEUWE GESCHUT DER INDISCHE VESTING
ARTILLERIE.
(Met Plaat VII).
Reeds te langen tijd kon de Vesting-Artillerie het stiefkind van
het leger worden genoemd. Hare vuurmonden voldeden zelfs in de
verste verte niet aan de eischen aan behoorlijk geschut te stellen.
Hierover uit te weiden dunkt ons geheel overbodig; het is een treurig
feit, dat niet alleen aan het geheele leger maar ook aan niet-militai-
ren bekend is.
Gelukkig is men thans aan een keerpunt gekomen, is de eerste
schrede gezet op den weg, die er toe voeren zal om van dit onderdeel
van het leger een nuttiger gebruik te maken dan tot heden het geval
was en kon zijn. In het begin van dit jaar toch zijn uit Nederland
de eerste moderne vuurmonden gezonden (1), is het signaal gegeven
om de Vesting-Artillerie uit haren diepen winterslaap te wekken.
Een beter arbeidsveld is voor haar geopendwe hebben de overtuiging,
dat het vlijtig zal worden bewerkt en de hoop, dat het moderne geschut
de nog in te grooten getale aanwezige, voor de meeste doeleinden
Diet bruikbare vuurmonden in een bescheiden hoekje zal terugdringen.
Dan eerst zal de Vesting-Artillerie tot haar recht komen, dan eerst
zal ieder Artillerie-officier het zich tot een eer rekenen bij dat deel
van zijn wapen te dienen, dan eerst zal zij het hooge standpunt kun
nen veroveren, dat hare zusters in de Europeesche staten reeds sedert
lang innemen, dan eerst zal zij zelfbewust het haar toekomend aan
deel kunnen nemen aan eene eventueele verdediging van onzen schoonen,
helaas reeds te lang voor eiken vijand openliggenden archipel.
Dan eerstmaar waartoe nog verder te gaan? In ons allen
is immers het besef levendig dat dan eerst iets zal kunnen geschieden,
(1) Ook is bij de Vesting-Artillerie reeds een aanzienlijk aantal kanonnen van 7 c. M.
L. A. en 7 c. M. K. A. ingedeeld.
Dl. II, 1899. 67