576 niet wordt ingezien, dat het zaak is, vooral in het tijdperk van eerste vorming, te waken tegen het inwerken van slechte invloeden van buiten. Het is toch eene bekende waarheid dat het corveeënde soldaten dom van een depot-bataljon niet uitmunt in militaire deugden; dat, waar de gelegenheid ontbreekt om deze uniform dragende, luierende bende be hoorlijk te oefenen en onder tucht te houden, daarbij alle oorspronkelijke en aangeleerde ondeugden welig tieren. Een depot-bataljon behoort uit sluitend te zijn een kweekplaats, waar van bruikbare individuen goede soldaten worden gemaakt. Bij een dergelijk bataljon mogen dan ook geen andere militairen zijn ingedeeld dan recruten en de noodige opvoeders. Alle diensten, die niet door recruten kunnen worden gedaan, omdat zij in het oefeningsstelsel niet thuis hooren, zullen door spe ciaal daarvoor aangewezen niet militaire personen moeten worden verricht. Er zal echter door passende maatregelen voor gezorgd moeten worden, dat de noodige afscheiding bestaat tusschen deze niet- militairen en de recruten. Om gelijke reden acht ik ook indeeling van Europeesche en inlandsche recruten bij eenzelfde opleidings bataljon minder gewenscht. Zij dienen eerst met elkander in aanra king te komen als bij beiden de militaire vorming in hoofdzaken is voltooiddan eerst kunnen zij samengaan zonder al te veel nadeeligen invloed op elkaar uit te oefenen. Dit zijn eenige meeningen, die ik thans voorop heb willen stellen. Later hoop ik te bespreken hoe ik onze infanterie zou wenschen in te deelen en kom dan terug op de formatie van recrutenbataljons. Zoodra de recruten bij een der compagnieën van een depot-bataljon zijn aangekomen, moeten zij in klassen worden ingedeeld. Daar de sterkte van elke klasse varieeren mag van 30 tot 35 recruten, zal het zaak zijn om bij het indeelen van recruten bij de verschillende bataljons hiermede rekening te houden. Heeft de opzending der nieuw aangeworvenen eenigszins geregeld plaats, dan kan de betrokken comp. comd'. nagaan, wanneer hij een dertigtal jonge recruten bijeen kan hebben en de eerstaangekomenen onder toezicht van een of meer vertrouwde inlandsche ond. officieren voorloopig nuttig doen bezig houden. Zoodra eene klasse geformeerd is, worden daarbij ingedeeld een Europeesch ond. officier, als klasse-commandant en drie inlandsche ond. officieren, als commandanten der onderklassen. Yoor alles wat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 48