1023
knoopte hij betrekkingen aan met Europeesche staten, van wier
hoofden hij echter verlangde, dat zij hem als gelijke zouden
behandelen. Natuurlijk ontbrak hieraan in zijn oog nog wel eens iets,
doch dan liet hij hunne vertegenwoordigers eenvoudig gevangen zetten.
In 1863 was dit geschied met den Pranschen consul, die eenige
maanden gevangen gehouden en daarna het land uitgezet werd in
1865 overkwam dit den Engelschen consul. Een Engelsch gemachtigde
met twee Engelsche officieren, die eenigen tijd daarna de in vrijheid
stelling van den consul kwamen vragen, werden eveneens gevangen
gezet, waarna Engeland, daar alle vreedzame middelen om de gevan
genen te bevrijden, mislukten, zijn toevlucht nam tot den oorlog.
Operatie object.
Theodoor had het centrum zijner macht gevestigd te Magdala, eene
bergvesting op 650 K. M. van Massowa, waar zich ook de gevange
nen bevonden. Dit was dus het eerste operatie-object.
Ter beveiliging der zeer lange communicatielijn waren reeds gerui-
men tijd te voren door den Engelschen politieken agent te Aden onder
handelingen gevoerd met de ontevreden inlandsche hoofden, die niets
liever wenschten dan het juk van Theodoor af te schudden, zoodat
de Engelschen van deze geen last, eerder hulp zouden ondervinden,
te meer daar duidelijk op den voorgrond was gesteld, dat alleen het
bevrijden der gevangenen, geen vestiging het doel van den krijg was.
De grondslagenwelke voor de vorming van den trein werden
aangenomen.
De armoede van het toekomstig operatie-tooneel maakte, dat men
er voorloopig niet op mocht rekenen daar iets te zullen vinden, wat
tot onderhoud der troepen gebruikt kou worden, terwijl het volslagen
gemis aan goede wegen het gebruik van voertuigen geheel buitensloot,
zoodat voor het vervoer van al de benoodigdheden draagdieren en
menschen gebezigd zouden moeten worden.
Behoudens twee kleine korpsen te Bombay en in den Pendjab,
bestond er toen nog geen georganiseerde trein in het Britsch-Indische
leger, zoodat vóór elke expeditie, in meerdere of mindere mate te
rade gaande met de ondervinding in vroegere oorlogen opgedaan, op
Dl. II, 1899. 68