1031 bronnen in die mate uitgeput, dat men, niettegenstaande de groote moeielijkbeden aan den opvoer der vivres verbonden, al de dieren en een gedeelte der Infanterie van bet escorte der commissie moest over brengen uaar Hadoda, een plaatsje meer binnenslands op ongeveer 15 K. M. van Zoulla. Tocb vond de commissie het niet wensehelijk eene andere debarkementsplaats te zoeken, daar geen enkele zulke voordeelen aanbood als deze; alleen vroeg zij toezending van distilleertoestellen. Intusschen waren reeds den I3en October de eerste voor den trein bestemde dieren aangekomen, beuevens 27 kameelen van Aden, wier aantal langzamerhand, door aankoop te Massowa en te Kassala, ver meerderde. Den 20en d.a.v. kwam de voorhoede-brigade en nu begin nen de moeielijkbeden eerst recht. 20 October6 December. Den 20en October aangekomen, kon deze brigade eerst den 30en d.a.v. debarkeeren. Op dien datum was nog geen enkel magazijn gereed, daar het gegolfd plaatijzer, dat men had gedacht in Egypte te kun nen koopen, daar niet te krijgen was, zoodat het nu in Engeland besteld, doch nog niet ontvangen was. Intusschen waren den 29en Oct. 320 muildieren van Suez gedebar- keerd, terwijl bericht was ontvangen, dat na eenige dagen er nog 810 zouden volgen; deze kwamen echter zonder harnachement aan, daar de uit Engeland bestelde draagzadels Suez nog niet bereikt hadden en de in Egypte bestelde niet op tijd gereed waren 1). Men heeft met deze dieren veel last gehaddoor honger en dorst gekweld, rukten zij zich los of beten de touwen door, terwijl de muildierdrijvers, te weinig talrijk en (vooral de Egyptische en Per zische) bovendien lui en onhandelbaar, zich daaraan weinig stoorden, te meer daar het uitgezonden militaire personeel, waaronder slechts twee officieren, geheel onvoldoende was om wanorde te voorkomen. Duizende dieren stonden van den morgen tot den avond bij de drenk plaatsen, al vechtende en zich losrukkende. Hierbij kwam bovendien nog, dat in November eene epizoötie uitbrak, waaraan vele dieren creveerden. 1) Zeer terecht haalt schrijver hier een gezegde van Napoleon aan„Ce qu'il nous faut d'abord, ce sont les hommes, ensuite les liarnais, ensuite les bêtes".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 511