1033 oyer niet meer dan 64 geleiders daarvoor kon worden beschikt! 1) Dank zij het energiek optreden van den Commandant der 2e bri gade, aan wien het algemeen commando der gedebarkeerde troepen was opgedragen, werd de toestand in December iets beter. De lijken der dieren werden achtereenvolgens opgeruimd en verbrand; alle schepen werden aangehouden en zoodoende voldoende water verkregen om alle dieren te drenken; wel vochten deze in den beginne nog als de bakken gevuld werden, maar ook langzamerhand kwam hierin verbetering, bovendien was de Chef van den treindienst met eenig kader aangekomen, zoodat de organisatie zich geleidelijk ontwikkelde. Geleiders waren uit Indië, kameelen van Aden gekomen, terwijl 230 gedeserteerde muildierdrijvers door den Egyptischen gouverneur van Massowa werden uitgeleverd. De epizoötie verminderde, hoewel het sterftecijfer nog 3°/0 per dag bleef. Door dit alles konden alle van harnachement voorziene dieren gebruikt en eenige transporten naar Senafé gezonden worden, juist voldoende om in het onderhoud der troepen aldaar te voorzien. Alleen de Perzische en Egyptische muildierdrijvers bleven onhandelbaar, hetgeen vermoedelijk ook voor een groot deel zijn oorzaak vond in het gebrek aan tolkeD. Zij weigerden meer dan drie dieren te geleiden en zoodra zij buiten zicht waren, wierpen ze de vrachten van het 3° muildier af en bereden het verder zelf. Zorg voor de dieren hadden zij in het geheel niet. Bovendien leden de troepen, geleiders en dieren veel onderweg. In het gebergte was het zeer koud ('s nachts soms onder 0°) en geen van allen hadden warme kleeren of dekens, in Engeland wel besteld, maar nog niet ontvangen. De menschen hadden geen schoe nen meer, daar de hun verstrekte niet soliede geweest waren en nog geen reserve te Zoulla was aangekomen om de versletene te vervangen. 7 Januari-begin Februari. Begin van den marsch voorwaarts. Den 7en Januari debarkeerde de bevelhebber der expeditie te Zoulla. Ofschoon de toestand toen minder critiek was dan eene 1) Het komt mij voor, dat hier geen doelmatig gebruik is gemaakt van de reeds aan wezige troepen. Toen de troepen werkeloos moesten blijven en geen gevaar te duchten was, had men tijdelijk treinpersoneel, zij het dan ook niet dadelijk geschikt, uit die troepen moeten trekken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 513