1034 maand te voren, was hij toch nog zeer ernstig. In stede van te Senate 4 maanden voorraad voor 9000 man te vinden, kon men dien post nog slechts met moeite van het noodige voorzien. Alles werd nu ondergeschikt gemaakt aan de eischen van den treindienst en een der belaugrijkste besluiten van den opperbevel hebber in deze is wel, dat de toegestane hoeveelheid bagage en het aantal volgers der korpsen belaogrijk werden verminderd. Aan den transportweg werd met alle krachten gewerkt, zoodat deze den 31en Januari berijdbaar werd tot Senafé, waar dien dag 70 ossen- karren aankwamen. Bovendien waren in deze maand de in den Pen- djab gevormde militaire treindetachementen aangekomen, werden de in November en December aatigevraagde middelen ontvangen, werd een gedeelte van het Bengaleesche koeliekorps te werk gesteld, terwijl eindelijk ook de Abessyniers meer behulpzaam werden door het aanbrengen van vivres, het verhuren hunner draagdieren, enz. Door dit alles vermeerderde de voorraad te Senafé zeer spoedig en werd vooruitrukken naar Adigrat (op 50 K.M. van Senafé) mogelijk, hetgeen dan ook in het begin van Februari geschiedde. Hier moest men echter voorloopig weer blijven, ten einde den ver deren opvoer van vivres te bewerkstelligen. Februari. Verblijf te Adigrat. Splitsing van den trein in twee van elkaar onafhankelijke deelen. Marsch van Adigrat naar Antalo. Daar het terrein van Adigrat tot Magdala een meer geprononceerd bergachtig karakter draagt, besloot de opperbevelhebber den trein in twee geheel van elkaar onafhankelijke deelen te splitsen en wel in le een vlakte-treindie aanvankelijk van Zoulla tot Senafé en later, als de weg tot Adigrat berijdbaar zou zijn, tot laatstgenoemde plaats zou opereeren, en 2e een gebergte-trein, welke de transporten tot de troepen zou volbrengen. 10 van de 14 divisiën, waaruit het geheele treinkorps bestond, werden bij den vlaktetrein ingedeeld en wel 3 divisiën draagmuildieren of poneys, 3 id. draagossen, 3 id. kameelen, 1 divisie voertuigen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 514