1038 tusschen de etappes. Wel oordeelde ook de bevelhebber, dat aan dit laatste systeem vele voordeelen boven het eerste verbonden waren, maar ten einde storiug, die het noodzakelijk gevolg van deze regeling in den aanvang moest zijn, te voorkomen, besloot hij toch het oude systeem te handhaven. Tegen het einde van Februari was de voorraad te Adigrat voldoende en werd voorwaarts gemarcheerd naar Antalo, dat den 2™ Maart d. a. v. werd bereikt. 1) Hier werd bepaald dat dit punt, gelegen halverwege Magdala, slechts door ééne divisie zou worden overschreden. Maart. Verblijd te Antalo. Versnelde marsch naar Magdala. De bovenbedoelde divisie 5000 man) had aan transportmiddelen noodig: voor bagages 1.362 muildieren. tenten 312 munitie 950 geld 100 30 dagen vivres 2 562 n Totaal 5.286 met 1853 geleiders en 1969 volgelingen. De gebergte-trein telde echter den 10en Maart nog slechts 5456 muildieren, waarvan 1071 buiten dienst; men besloot daarom de vivres te doen dragen door inboorlingen, die trouwens reeds een krachtigen steun verleend hadden, daar zij nagenoeg alle vivrestrans- porten van Senafe tot Antalo hadden verricht. Den 12™ Maart werd voorwaarts gemarcheerd naar Atsala, dat den 15en d a.v. langs een zeer moeielijk bergpad werd bereikt (af stand A 65 K.M.) Vooral de muildieren, slecht gezadeld en drie aan drie door touwen verbonden, veroorzaakten den eersten dag veel oponthoud. Voor de volgende dagen werd hierin eene groote ver betering gebracht door een gedeelte der Infanterie over de geheele muildier-colonne te verdeelen, zoodanig, dat bij elk muildier een combattant werd geplaatst. De marsch had nu verder zonder op onthoud plaats en geen enkele vracht ging verloren. Den 17™ Maart werd weder doorgemarcheerd langs een weg nog veel moeielijker dan te voren, zoodat vele muildieren hunne vrachten I) afstand 110 K. M. 77

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 518