580
Wat fie behandeling van het vuurwapen aangaat nog het volgende,
•waarbij verondersteld wordt, dat onze inlandsche infanterie een vuur
wapen zonder bajonet en voor 't handgemeen een houwwapen bezit.
De handgrepen moeten hoogst eenvoudig zijn en tot een minimum
worden beperkt; in dit opzicht zijn wij trouwens al op den goeden
weg. Hoofdzaak is de hanteering van het vuurwapen voor het
afgeven van vuur, dus lading, aanslag, richten en aftrekken. Alweer
is eenvoudigheid hoofdvereischte. Eén commando, dat dient om uit
alle houdingen, onverschillig hoe het geweer gedragen wordt, in de
houding te komen waarin geladen kan worden, b. v. „geweer-vaardig."
Is het geweer tot vuren gereed, dan volgen de commando's waarop
gevuurd wordt, nadat natuurlijk vizier en mikpunt zijn aangegeven.
De houding, waarin gevuurd wordt, is vrijwel gedwongen, het ge
weer is onhandig geplaatst en wordt daardoor spoedig te zwaar,
daarom is het niet alleen bepaald noodig, dat de man door veelvuldige
oefening zeer vertrouwd raakt met die houding, maar ook, dat hij
door gymnastische oefeningen met het geweer zoo vaardig is geworden
in het hanteeren van dat wapen, dat hij de zwaarte niet meer voelt,
deze hem althans niet hinderlijk is. Daarom zou ik recruten reeds
geruimen tijd, voordat zij met de lading of handgrepen beginnen,
het geweer als gymnastisch werktuig in handen willen geven.
Geleidelijk kan hij dan de verschillende evolutiën met het geweer leeren.
Bij de exercitiën uit de R. S. moet reeds blijken, dat voorbereiding
voor het verspreide gevecht de hoofdzaak is. Hieruit volgt nog geenszins,
dat daarvoor noodig is een gecompliceerd en uitgebreid oefeningsstelsel,
zooals dat, hetwelk thans (Hoofdstuk III R. S.) ons inlandsch kader
tot wanhoop brengt. Juist bij het verspreide gevecht, als veel gevergd
moet worden van de zelfstandigheid van kader en manschappen en
toezicht zeer bezwarend wordt, is het zaak te zorgen, dat alles berust
op regelen van den grootsten eenvoud, de grootste natuurlijkheid. Het
is toch een feit, dat in die omstandigheden, behoudens enkele hoofd
regelen, die door gestadige oefening zoo vast moeten zijn ingeroest,
dat ze werktuigelijk worden toegepast, alleen het eenvoudig gezond
verstand tot richtsnoer kan dienen. "Wee de infanterie, die dat niet
inziet en verzuimt zich in vredestijd daarnaar te richten. Zij zal te
velde onbetrouwbaar blijken, zoolang althans de aanvoerders niet, bre-