1053 cavalerie ia den ophelderingsdienst voorzien, als geen zelfstandige cavale rie dien dienst verricht. Regel is echter, dat de ophelderingsdienst verricht wordt door zelfstandige cavalerie, bij uitzondering door de cavalerie van de veiligheidstroepen. Geschiedt het laatste dan is het regel, dat de detachementscommandant aanwijzingen geeft omtrent dien dienst aan den voorhoedecommandant. Wordt de ophelderingsdienst verricht door de zelfstandige cavalerie dan ontvangt de commandant van die cavalerie zijn opdracht recht streeks van den bevelhebber. Zie overigens meer uitvoerig hierover het artikel in de „Militaire Spectator" 1898 .No. 8: „de verdeeling der cavalerie behoorende tot een gemengd detachement-enz." door H. L. van Oordt, waarbij aan het slot m. i. zeer juist gezegd wordt, dat het als eene uitzondering moet worden beschouwd, dat de voorhoedecommandant den ophel deringsdienst op verren afstand regelt. De majoor Thiange zeide in de vergadering van 24/2 99 (Ver- eeniging ter beoefening van de krijgswetenschap) bij zijne lezing over „Moderne cavalerie" o. a: „De noodzakelijkheid om de ophelderingscavalerie zoo sterk mogelijk „te maken leidt er toe, dat de bij de marschcolonnes ingedeelde „cavalerie hoogstens enkele eskadrons zal tellen, bij onze vereenigd „optredende divisiën zeker niet meer dan een eskadron per divisie „Ka aftrek van het hoognoodige voor den dienst bij de colonne, wordt „het overschietende belast met den marschveiligheidsdienst, en staat „als zoodanig onder het onmiddellijk bevel van den colonne-commandant „Immers de taak dier cavalerie is waarnemen, en daar de uitslag „dier waarnemingen van invloed kan zijn op de handelingen der „geheele colonne, en niet op die der voorhoede alleen, moet zij dus „ook door den colonne-commandant gedirigeerd worden. Slechts dan „zou hierop uitzondering zijn te maken, wanneer de colonne voor uitrukt met de wetenschap, dat zij een relatief zwakkeren vijand „in stelling zal aantreffen, en dat bij den commandant het plan vaststaat „hem onmiddellijk aantevallen. Ka toch weet deze onder welke omstan digheden het tot een gevecht komt. De cavalerie treedt dan onder „de bevelen van den commandant der nu te formeeren voorhoede.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 533