1056
hoedecommandant en door dezen ran bevelen voorzien, waarbij als
uitzondering mogelijk is, dat een deel door hem belast kan worden
met den tactischen ophelderingsdienst.
De „cavalerie voorhoede" is hier de cavalerie belast door den
colonne-commandant met de tactiecbe opheldering, terwijl „zelfstandige
cavalerie" de cavalerie is door den commandant van het leger uitge
zonden voor de „strategische opheldering."
Steeds echter is de cavalerie, hoe zij ook gebezigd wordt, voorzien
van bevelen, waarin nauwkeurig uitgedrukt moet zijn, wat men van
haar verlangt.
Keeren we nu tot de cavalerie in het bivak A. terug, dan had de
colonne-commandant dus, óf de 2 pelotons cavalerie kunnen indeelen
als „voorhoede cavalerie", óf een peloton cavalerie kunnen bestemmen
als „voorhoede cavalerie" en een als „cavalerie voorhoede".
Moeilijk is het nu uit te maken wat beter zou geweest zijn, daar
tal van omstandigheden daarop invloed gehad kunnen hebben. In
de eerste plaats toch was dat afhankelijk van de hoeveelheid cavalerie,
die noodig was als „voorhoede cavalerie" en de omstandigheid, dat
als „cavalerie voorhoede" 1 peloton in den regel tegenover den inland-
echen vijand als het minimum beschouwd moet worden (zie beneden).
Daar in verband met het terrein de hoofdtaak van de „voorhoede
cavalerie hier verricht moest worden op de linkerflank der colonne,
had de sterkte van de „voorhoede cavalerie" verband te houden met
hetgeen ddar aan cavalerie noodig washet laatste was weer afhan
kelijk van 's vijands optreden. Was toch van 's vijands zijde actief
optreden te verwachten wat mogelijk afgeleid kon worden uit zijne
geheele houding gedurende den oorlog, dan wel uit spionnenberichten
waarbij er dan op gerekend kon worden, dat hij gebruik zou maken
van de bij uitstek gunstige gelegeuheid om de colonne op haar lin
kerflank met eenige kracht te bedreigendan was in het heuvel
terrein, 1 peloton cavalerie het minimum. Het andere peloton was
dan noodig tot directe bescherming van het front en de rechterflank
der colonne, daar in beginsel tot het doorzoeken van het naast den
marschweg gelegen terrein, geen infanterie patrouilles gebruikt moeten
worden. Kon men verwachten, dat de vijand zijn geheele macht