1065 infanteriecomp ambulance: drie8 tan- does trein. dekking. compien. 5. Ik bevind mij aan het hoofd der hoofdcolonne. Afschrift met schets verstrekt aan de commandanten van de „voor hoede" en de „cavalerie voorhoede". j)e colonne-commandant. Commandanten II, artillerie, genie, ambulance en trein medegedeeld wat noodig was. Wat betreft de samenstelling van bovenstaand bevel zij nog het volgende opgemerkt. 1. Welk peloton cavalerie als „cavalerie voorhoede" zal optreden, wordt overgelaten aan den eskadronscommandant, daar deze beter dan de colonne-commandant weten kan, welke pelotonscommandant daarvoor het meest geschikt is. 2. Het bataljon van 4 compagnieën is geheel in de hoofdcolonne geplaatst, het andere is gesplitst in voorhoede en dekking. In overleg met den commandant van bataljon I dient hier bepaald te worden, welke compagnieën van zijn bataljon in de voorhoede zullen zijn, en welke compagnie als dekking zal optreden, daar ook hij zijn ondergeschikten beter kent dan de colonne-com mandant. 3. Geen cavalerie wordt noodig geacht achter de achterste com pagnie zooals aangegeven wordt in het „I. M. T. 1895 II blz. 362, 363 en 379" en de „Br. blz. 60, 80". Bij een terugmarsch is dat anders, doch dan dient de geheele cavalerie bij de achterhoede te zijn (I. M. T. 1898 II blz. 619 e. v. en Br. blz. 180 e. v.). Volledigheidshalve volgt hier het voorhoedebevel, dat door den voorhoedecommandant schriftelijk gemaakt, mondeling gegeven wordt, en waarbij ieder aanteekent de taak, die hem wordt opgedragen. 1 comiie. infanterie-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 545