V 1068 Het voorhoedebevel" ware dan geweest: Bivak A. 3/10 '97 5u.55' v.m. Voorhoedebevel voor 3/l0 '97. Troepenindeeiing. 1. voortroep; commd'. ritmeester.... infanterie: 1 sectie (1). cavalerie: 2 pelotons6 ordon nansen. 150 Meter. A 2. hoofdtroep(marschorde). infanterie: 3 sectiën (1). genietroepenhet detachement, ambulance: 1 off. v. gez. 8 tandoes. infanterie: 1 compagnie (2) 1 De vijand heeft zich versterkt in kampong F. 4^ K.M. ten O van het bivak. 2. De voorhoede marcheert 6 v. m. langs het voetpad in O. rich ting naar de heuvels ten W. van kampong F. 3. De cavalerie geeft een pa trouille van 6 ruiters als spits voor de sectie infanterie, houdt verband met die spits en beschermt de colonne door 1 peloton in het heuvelterrein. 4. Ik bevind mij aan het hoofd van den hoofdtroep. De voorhoedecommandant. Bij het vorenstaande marsch-en voorhoedebevel wordt het volgende opgemerkt. Waar volgens berichten de vijand hoogstens 300 man sterk is, moeten 3 compagnieën infanterie voldoende geacht worden om den hoofdaanval op 's vijands stelling met succes te kunnen verrichten. Voor algemeene reserve moet als minimum 1 compie. infanterie aangewezen worden, terwijl voor dekkingen 1 compagnie benoodigd is. Ongeveer 2 compagnieën kunnen dus in de voorhoede komen. Wat betreft de sterkte van voorhoedes, ons Velddienst Voorschrift spreekt van 1/8van de geheele macht aan infanterie. (De Nederlandsche en Duitsche velddienst van 1/6 '/3). Een a twee compagnieën infanterie kunnen dus in de voorhoede geplaatst worden. Is hier 1 compagnie een zwakke voorhoede te noemen, 2 com pagnieën vormen een sterke voorhoede. Tegen den inlandschen vijand moet eene zwakke voorhoede ge bezigd worden 1) Wordt late compagnie genoemd. 2) Wordt 2de compagnie genoemd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 548