1070 getrokken, dan wel het kanon door 1 muildier kan worden gedragen eD de affluit door 1 muildier getrokken. Het indeelen van artillerie bij voorhoedes, die aanvankelijk ver moedelijk een slepend gevecht te voeren hebben als bij aanvallen op voorbereide stellingen van den inlandschen vijand komt niet raadzaam voor, tenzij veel artillerie bij de colonne is ingedeeld, b.v. een batterij van 6 stukken bij een troepenmacht, als hier in dit ar tikel als voorbeeld is aangenomen. Is er minder artillerie bij de colonne, dan komt het beter voor haar ver- eenigd te houden bij de hoofdmacht, die op 's vijands flank zal optre den, omdat daar over het algemeen de werkingssfeer grooter zal zijn. Wat de onderverdeeling van de voorhoede betreft, volgens ons Velddienst Voorschrift is die, bijeen bataljon infanterie als voorhoede, in 1® gros, 2® hoofdtroep, 3® voortroep, en 4® doorzoekingspatrouilles (spits); en bij eene compagnie in 1® hoofdtroep, 2® voortroep en 3® doorzoekingspatruilles. Volgens den Nederlandschen Velddienst is die onderverdeeling in l® hoofdtroep, 2® voortroep, 3® spits en 4® zoonoodig eene afdeeling tusschen den voortroep en de spits. In Duitschland is het mogelijk, al is er een vol bataljon infanterie in de voorhoede, dit uitsluitend te doen voorafgaan door een spits. Een voorhoede van 2 compagnieën kan m. i. tegen eenen inland sehen vijand volstaan, met 1 sectie infanterie voor zich uit te zen den als hiervoren is gedaan, mits deze sectie een cavaleriepatrouille als spits voorafgaat, gelijk hier het geval is. Deze cavalerie spits blijft vóór de sectie infanterie marcheeren, ook al mocht de „voorhoede cavalerie" tijdelijk haar plaats verlaten. Is er geen cavalerie bij de colonne, dan kan het noodig zijn, dat van de 2 compagnieën voorhoede, compagnie als voortroep wordt vooruit gezonden en van dezen voortroep 1 groep onder een officier als spits. Naar het mij voorkomt wordt in ons Velddienst Voorschrift tegen over den inlandschen vijand de onderverdeeling van de voorhoede te ver doorgevoerd. De genietroepen met reserve uitrusting zijn hier niet bij den voor troep ingedeeld (wat volgens ons Velddienst Voorschrift regel is), omdat de commandant van den voortroep m, i een te gewichtige taak

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 550