1073 ons in de verdediging terug te dringen, dan heeft het geen zin, dat de colonne-commandaot vóór is en blijft hij het beste aan het hoofd der hoofdcolonne om daar de berichten in te wachten en die rustig te kunnen beoordeelen. Alleen wanneer de voorhoede voeling heeft gekregen met den te genstander en voor het verder voortrukken een gevecht noodig is, behoort de colonne-commandant naar voren te gaan. Ook de voorhoedecommandant is in een dergelijk geval het best zoolang mogelijk bij den hoofdtroep van de voorhoede. Tegenover den inlandschen vijand kunnen dus de colonne- en voor hoedecommandant in den regel beginnen met aan het hoofd van de hoofdcolonne en van den hoofdtroep van de voorhoede te blijven, totdat berichten van dien aard binnenkomen, dat een gevecht waarschijnlijk wordt. De colonne-commandant begeeft zich dan het best bij den hoofdtroep van de voorhoede. Er moet dan voor gezorgd worden, dat ordonnansen, die berichten naar het hoofd van de hoofdcolonne breDgen, juist terecht gewezen worden. Yoor het geval in 2 colonnes werd gemarcheerd als bovenbedoeld, moest de colonne-commandant in het eerste geval zich bij de voorste colonne opgehouden hebbenin het 2ds geval had hij ook bij de 2de colonne kunnen verblijven. Wordt vervolgd). J. C. van den Belt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 553