1080 Onze zienswijze volgaarne voor een betere gevende, meenen wij alleen nog te moeten opmerken, dat, mochten de meer bedoelde gelden voortaan werkelijk aan de Weeshuizen worden uitgekeerd, wier kweekelingen voor een groot gedeelte uit wettige en onwettige soldatenkinderen bestaan, dan zoude, juist op grond van deze laatste omstandigheid, de wensch vervuld worden van vele brave onderofficieren en minderen, en de be sturen van die inrichtingen wellicht voor goed ontslagen zijn van de noodzakelijkheid om telkens weer bij de publieke weldadigheid om hulp aan te kloppen. OuD-ON DEROFFICIER. Belemmering van het openbaar verkeer. Art. 10 van het Regl. op den Garnizoensdienst leert ons: „Marcheerende troepen volgen zooveel mo gelijk de linkerzijde van den weg met zoodanig front, dat het verkeer zoo min mogelijk belemmerd wordt". Het komt niet onnoodig voor hierop in het bijzonder de aandacht te vestigen. Tarchus. Het fluiten van kogels. Onlangs las ik, dat het fluiten van de kogels door de lucht bij de nieuwe geweren niet meer voorkwam, tenzij op groote afstanden wanneer de kogel veel van zijn snelheid verloren heeft. Heeft de ondervinding op Atjeh daaromtrent iets geleerd? Si-Anoe. Vaste garnizoenscommissiën. Andere tijden andere behoeften. Het is nog niet zoo erg lang geleden, dat de uitrukkende diensten zich in hoofd zaak bepaalden tot de gesloten oefeningen. Veel recruten, compagnies- en batajonsschool dicht bij huis, weinig gevechtsoefeningen buiten het garnizoen. Men kwam toen omtrent half negen thuis, vaak vroeger. Aan wetenschappelijk samenkomen van de officieren werd niet veel gedaan. Theorieën met het kader hadden niet veelvuldig plaats. Aan gymnastiek en schermen werden evenmin drukke tusschentijdsche beurten voor het kader gegeven. In menig opzicht is dit alles thans precies omgekeerd geworden. De officier komt in den regel omtrent 9a 10 uur thuis van de oe fening, dikwijls later. Het gevechtsoefenen is de hoofdschotel geworde^ en daarvoor moet doorgaans een terrein ver van de kazerne gezocht worden. Wetenschappelijke bijeenkomsten zijn in aantal groot. Het kader heeft wekelijks op vaste uren theorieën, gymnastiek- en schermoe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 560