1081 feningen, waarbij officieren aanwezig moeien zijn. Voor de gevechts oefeningen, de gezamenlijke vuren, het gevechtsschieten, de wetenschap pelijke samenkomsten, en soms ook voor de theorieën is voorbereiding noodig, en zelfs na afloop kunnen zij nog werk verschaffen. Bij die uitbreiding van den arbeid in het algemeen is juist eene inkrim ping gekomen van het aantal beschikbare officieren. Een bataljon heelt bijna even vaak maar 3 als 4 kapiteins beschikbaar, eene compagnie met 2 luitenants instede van 3 acht zich gelukkig. Dit is vermoedelijk daaraan toe te schrijven, dat op veel ruimer schaal dan voorheen binnen- landïche verloven aan zieken worden gegeven, die op papier m de sterkte blijven, terwijl vroeger wie ernstig ziek was naar Nederland ging en dan uit de sterkte trad; verder aan de talrijke overplaatsingen, waardoor dcorloopend veel officieren op reis zijn, en ook aan de detacheering van de van de Hoogere Krijgsschool afkomstige of bij den topographischen dienst op proef dienende officieren, die allen in de sterkte van hun wapen rekenen maar daarbij geen dienst presteeren. Nog voeg ik daarbij, dat met de toename van de ontwikkeling van het officierskorps de eischen verhoogd zijn, welke aan den in te leveren of uit te voeren arbeid worden gesteld. Vooral de ongelooflijk talrijke commission ondervinden den invloed van die hoogere eischen. Door dit alles is de grens overschreden van de in billijkheid te vergen nauwgezetheid, die toch in 'slands belang gesteld moet worden. Instede dat alles grondig en kalm afgedaan wordt, moet veel oppervlakkig en gehaast volbracht worden. Moest elke zaak door iedereen naar bestweten goed behartigd worden, dit is eenvoudig onmogelijk, en daarom wordt de graad van nauwkeurigheid bepaald en gewogen naar den beschik- baren tijd. Men geeft veelal aan de warmte en het klimaat de schuld, waai deze alleen in te groote dienstprestatie der troepenofficieren is gelegen. Deze officieren verlaten vóór 6 uur hunne woning voor den vermoeienden dienst in het terrein. Zij komen omtrent 9^ uur thuis, waarna zij niet steeds den tijd hebben om zich te verkleeden voor de volgende diensten. Als daar zijn a. binnen het korps: de dag-en weekdiensten, het korps-en compagnies rapport, theorieën, gymnastiek, schermen, uitbetalen van soldij, behandelen spaarbankboekjes, wetenschappelijke vereenigingen, onderzoeken, alles wat betrekking heeft op reparatie, verwisseling, ontvangsten enz., ik zal nog wel 't een en ander vergeten. b. voor het garnizoen: krijgsraden, gerechtelijke onderzoeken, afnemen van allerlei examens, tiendaagsch en ééndaagsch fourageeren, brandspuit exercitiën, overgave en overname van magazijnen en boekerijen, com- missiën tot ontvangen, keuren of afkeuren, beheer van kantine, bibliotheek, enz. enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 561