1082 Ook de vooravond heeft zijne bezigheden: alweer fourageeren, avond-, soms contra-appel, compagnies-administratie, nazien van geboekte straffen, corveeën, wachten, e. d. g., invullen van schietregister, bibliotheek- en kantine boeken, schriftelijk werk, in elkander zetten van- of voorbereiden voor practische en theoretische bezigheden, stellen van rapporten van velerlei aard, enz. Dit alles geldt wel niet voor allen, maar het houdt allen toch vaak na een vermoeienden morgendienst en bovendien ook nog 's avonds druk bezig. Ik spreek nog niet eens van de lastige lange verplichte vooravond bezoeken 1). Gedurende den geheelen dag vloeit het werk in elkander, zelfs zóó, dat het voorgaande telkens haastig moet worden afgebroken om het volgende haastig in te zetten. Ook de Zondagen zijn maar zelden vrije dagen. Dat is zonder overdrijving in 4/s van de groote garnizoenen de toestand gedurende 4/5 van het jaar. Overlading van werk, bij groot incompleet aan troepenofficieren. In Nederland, waar die toestand nimmer in diezelfde mate bestaan heeft, heeft het leger officieren voor speciale diensten, omdat die noodig kunnen worden als 't leger mobiel wordt verklaard. In Indië, waar 't leger altijd op oorlogssterkte is, en waar officieren voor de speciale diensten doorloopend noodig zijn, bestaan deze niet. Op den duur is de toestand dan ook onhoudbaar en is het dringend noodig daarin verbetering te brengen. Wij stellen daartoe het volgende voor In elk garnizoen van beteekenis worde eene vaste garnizoenscom missie ingesteld. Hare leden komen boven de formatie van het leger. Deze commissie verrichte alle garnizoensdiensten: gerechtelijke onder zoeken, fourageeringen, examens, kantine, brandspuit, enz. daaronder dan mede te begrijpen den dienst van den plaatselijken adjudant en van den officier van piket, voor zoover deze niet af te schaffen is. De commissie krijge van 7 tot 1 uur als werktijd op de bureaux te Batavia is dit van 82 uur en alleen waar haar aantal te kort schiet, b.v. voor krijgsraden, voege men haar andere officieren toe. De plaatselijke adjudanten kunnen dan uit de formatie verdwijnen, worden de officieren van wapening nog door verdienstelijke onderofficieren vervangen, dan zal de uitbreiding der legerformatie niet aanzienlijk wezen. In den regel kan de commissie bestaan uit 1 kapitein, 1 eerste-, en 1 tweede luitenant of 1 onderluitenant. Daartoe komen in de eerste plaats officieren in aanmerking, die tijde lijk ongeschikt zijn voor den velddienst. 1) Hoe gemakkelijk zouden wij hierin verbetering kunnen brengen, als wij gesteund en voorgegaan door eenige der ouderen besloten onze vooravondbezoeken in stede van 1 a 1 1/2 uur 1/4 a 1/2 uur te maken [ook op recepties] en zoodoende in staat waren meerdere bezoeken op één avond af te leggen. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 562