1090 cavalerie zich op de sawah moest vertoonen. Nadat toch het l8t8 schot afgegeven was door de spits, vuurde de vijand terug. Er moest echter meer vuur uitgelokt worden; welnu het eenvoudigste ware dan m.i. geweest om door geheel de beschikbare cavalerie te doen vuren, waarmede dan wel het doel bereikt zou zijn geworden. Het zenden van een aantal ruiters op de sawah, zonder dekking tot op eenige honderde meters van een met achterlaad geweren bewapenden vijand, zal zeer zeker dien vijand verlokken tot vuren. Of de inzet echter niet te hoog was, in verband met het resultaat, dat bereikt kon worden, moet m.i. bevestigend beantwoord worden. Bovendien, voordat de ruiters zich op de sawah begaven, was het voornaamste bekend, d.1. dat in den W. rand van kampong F. 3 versterkingen lagen, allen met bamboedoeri versperd; dat voor de versterkingen een open sawah lag; dat de linkervleugel van 's vijands stelling gedekt te naderen was; en dat het terrein ten N. van de stelling kampong F. domineerde. Hoeveel vijanden er in kampong F. waren, en hoe ze waren opge steld, was op dit oogenblik nog van weinig beteekenis; want nooit is men zeker, dat eene versterking, die op een gegeven oogenblik ledig is, een kwartier later niet bezet zal zijn of omgekeerd. Boven dien waar een troepenmacht van 2 bataljons met hulpwapens uitrukt, doen eenige inlandsche vijanden meer of minder weinig ter zake. De hoofdzaak ishoe heeft de vijand zich versterkt, hoe is het omliggend terrein en hoe is hij, met de minste verliezen onzerzijds, het gevoe ligst te treffen. Omtrent de verdere verrichtingen van het 2de peloton valt in hoofd zaak op te merken: het verspreid zijn in vele kleine afdeelingen. Het peloton kan na aftrek van ordonnansen, voor den colonne- of voorhoedecommandant, 2830 ruiters sterk geweest zijn, waarvan 8 ruiters in kampong E., 4 ruiters in D., en 2 ruiters met bericht No. 1 aan den colonne-commandant zijn gezonden, zoodat de cavalerie op de flank van 's vijands stelling, waar de beslissing moest vallen, en waar dus haar voornaamste taak vervuld moest worden, hoogstens l/9 peloton sterk kon zijn. Zie oleaat No. 2. Tegenover een energieken vijand, die de waarde van het terrein

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 570