1097
Beschouwen we de door den colonne-commandant gegeven beve
len nader
A. Bevel No. 8 aan commandant voorhoede (7.20 v.m.).
De uitdrukking: „Ruk met voorhoede in breed front", enz. is
niet gelukkig gekozen, en had feitelijk weggelaten kunnen worden.
Had de coloune-commandant de hoogten bij D. door de voorhoede
bezet willen hebben, dan zou het voldoende geweest zijn te gelasten
„neem stelling in hoog terrein bij D;" op welke wijze zulks dan
geschiedde, was de zaak van den voorhoede- niet van den colonne
commandant, tenzij b. v. zonder noodzaak groote verliezen geleden
werden. Inlichtingen omtrent den vijand hadden echter aan dit bevel
moeten vooraf gaan, want van die inlichtingen toch hing het af, op
welke wijze de voorhoedecommandant naar bedoelde hoogten zou op
rukken.
Wat het marcheeren in een „breed front" aangaat, gedurende de
laatste jaren werd zulks in Atjeb, zoowel door infanterie en cavalerie
als ook door de artillerie veel toegepast en m. i. terecht. De voor-
deelen daaraan verbonden zijn:
dat niet meer enkele vijanden in staat zijn op een gunstig
punt de geheele colonne geruimen tijd op te houden;
2', dat de lengte van de colonne geringer wordt en dus spoedi
ger over de achterste afdeelingen beschikt kan worden
3e, dat op deze wijze het best door het terrein wordt gemarcheerd;
dat de in eene stelling opgestelde vijand over de geheele lengte
van die stelling gebonden wordt, zoodat hij zijn vuur niet kan con-
centreeren, en hij zich bovendien in de stelling niet licht meer zal
verplaatsen
5% dat de verliezen onzerzijds geringer zullen zijn.
Zoowel door de voorhoede alleen, als door de voorhoede en de
hoofdmacht kan in een breed front worden gemarcheerd; de hoofd
macht in meerdere linieën achter elkaar dan wel in zelfstandige colon
nes naast elkaar.
Naar het voorkomt, verdient het in de marschcolonne de voorkeur,
dat de voorhoede in een breed front marcheert en de hoofdmacht
daarachter in ééne colonne of 2 naast elkaar marcheerende colonnes
(Zie het marsch- tevens gevechtsbevel voor den llen Juli 1898