1101 kunnen worden. Een reserve moet steeds achtergehouden worden bovendien, vooral bij een slepend vuurgevecht kan de gevechtslinie zwak zijn. De woorden: achter het midden de artillerie, waarbij 1 peloton infanterie tevens artilleriedekkingwijzen er op, dat dit peloton ook nog eene andere taak te vervullen had. Welke taak dat echter was, blijkt niet. Deze wijze van handelen is echter niet juist. Ware door den colonne-commandant na de rust alleen „voorwaarts" bevolen, dan had de cavaleriepatrouille vóór de colonne al spoedig het hooge terrein ten W. van kampong E. kunnen bereiken en daar verbinding gekregen met de achtergelaten patrouille van de „cavalerie voorhoede." De laatste had zich dan aangesloten bij het peloton ten N.W. van kampong P., de eerste had links kunnen uitwijken om de linkerflank der voorhoede te dekkende rechterzijpatrouille had de rechterflank der voorhoede kunnen dekken en verband moeten zoeken met de patrouille in E. De voortroep, vervolgens in het hooge terrein komende, had gedekt van hoogte tot hoogte stelling kunnen nemen achter de Z. O. heuvel in dat terrein. De hoofdtroep had gedekt opstelling gevonden in de terreinver- diepiog ten W. van den voortroep; de hoofdcolonne achter den W. rand van het hooge terrein op de sawah in verzamelvorm, de ambulance, trein en achterste compagnie in verzamelvorm ten Z. van, of in het begroeide terrein e, de „voorhoede cavalerie" op de linkerflank in g. Alles opgesteld zijnde buiten invloed van den vijand, had de colonne commandant zijne verkenning kunnen beginnen, zoo noodig aangevuld door eene verkenning van den stafofficier van uit het hooge terrein ten N. W. van kampong P. onder dekking van het 2ie peloton cava lerieom daarna het „gevechtsbevel" te geven Omtrent de handelingen van den commandant van het lste peloton valt nog op te merken, dat de beide door hem verzonden berichten (7.40 No. 2 aan den colonne-commandant; 7.42 No. 3 aan den eska dronscommandant) overbodig zijn. Het laatste bericht is echtereen uitvloeisel van de bevelen van den eskadronscommandant. De taak van de voorhoede is te zorgen, dat de hoofdcolonne rustig haar marschdoel kan bereiken; op welke wijze de commandant van de „voorhoede cavalerie" daartoe medewerkt, is voorloopig voor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 581