- 1104 colonne (No. 12 en 13 van 8.24) hadden achterwege kunnen bljjven. Beter had de colonne-commandant gedaan met den stafofficier naar de colonne te zenden om haar langs den besten weg tot hem te geleiden. Waarom zoo spoedig reeds het artillerievuur versneld moest wor den is niet duidelijk. Het gevecht had ternauwernood een aanvang genomen en de munitievoorraad van de artillerie is niet onuitputte lijk. Bovendien diende de hoofdkracht van de artillerie bewaard te blijven om het aanvalspunt te beschieten, en dit was nog niet eens bepaald. Wat betreft de munitievoorraad bij eene bergbatterij, zij het vol gende meegedeeld: Rukt eene batterij uit met de late en 2d«afdee- ling van den gevechtstrein, dus met 12 draagbare munitiekisten per stuk, dan beschikt elk stuk over 36 G.K. Had de vijand zich, in het hier behandelde geval, op geschikte punten op den marsch- weg vastgezetb.v. in de lijn b a c; in het hooge terrein bij CD; op de toppen g en ten N. W. van kampong P., en aan de overzijde der rivier (zie plaat III, ,1. M. T." 1897 II en „Br" plaat IV.), zoodat hulp van de artillerie wellicht onontbeerlijk zou geweest zijnhad daarna de stelling onder vuur genomen moeten worden, en had de vijand ten slotte bij zijn vlucht nog gunstige doelen opgeleverd, dan zou de munitievoorraad bij de batterij, als men uitsluitend gebruik maakte van G.K. vuur, waarschijnlijk niet groot genoeg zijn geweesthet inschieten zou dan telkens hebben moeten plaats vinden met G. Ook bij het aflossen en opheffen van posten op Atjeh in 1896, waar de bergartillerie dikwijls uren in stelling lag, is het voorgekomen, dat het munitieverbruik te zuinig moest worden geregeld. Door eene andere verhouding te nemen tusschen het aantal G. en G.K. bij de bergartillerie minstens van 2 op 4 en nog beter door een dubbel werkende buis op alle projectielen (G.K.) te plaatsen, ware aan het bovengenoemde bezwaar grootendeels te gemoet te komen. Verkeerd is het, dat in het bevel voor den commandant van de hoofdcolonne (No. 13 van 8.24) bevelen worden opgenomen voor de voorhoede. Ook was dat bevel niet op te volgen. De voorhoede bestond uit 2 compagnieën. Van die 2 compagnieën was aan 1/2 compagnie opgedragen het l8te peloton cavalerie op de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 584