1105 heuvels te vervangen (bevel No. 11 8.2); 1ll compagnie was artiU leriedekking (blz. 970 „I.M.T." II '97 en „Br" blz. 134), 1 com pagnie was dus nog beschikbaar bij de voorhoede. Daar nu die compagnie de achterhoede moest aflosseD, bleef den voorhoedecom mandant slechts 1 sectie artillerie met 1 2 compagnie dekking. Het „plan van aanval" van den colonne-commandant geeft aanlei ding tot de volgende opmerkingen Is, beter was het hier geweest één „gevechtsbevel" te geven, waarvan de commandanten van de cavalerie, artillerie, II en voorhoede afschriften hadden moeten hebben, daardoor zou beter de eenheid van handelen bewaard zijn gebleven dan bij verschillende bevelen aan de ondercommandanten 2e, het bericht („bevel") aan den commandant II (N°. 14 van 9.30) daalt te veel in détails af. De colonne-commandant had slechts de aanvalsrichting aan te geven; hoe de aanval zou geschieden, was de zaak van den commandant II; 38, het bericht („bevel") voor den commandant van de voorhoede (N°. 15 van 9.30) is af te keuren. Afgescheiden nog van het feit, dat bij de voorhoede geen compagnie meer was om in kampong E. op te rukken, moest de commandant van de voorhoede zijn com mando over de voorhoede afgeven, en het commando van de artillerie, trein en ambulance op zich nemen. Ik acht het voldoende de bespreking van het artikel tot hiertoe te bepalen; uit het voorgaande blijkt voldoende waarover ik in hoofd zaak met den schrijver van meening verschil, iets waarop ik trouwens nog hoop terug te komen. Waar echter gecritiseerd werd, moet ook aangegeven worden hoe het verloop der handeling had kunnen zijn. Ik stel me voor, dat dit als volgt had kunnen plaats hebben Na uitgave van marsch- en voorhoedebevel II wordt de marsch om 6 v.m. aangevangen en voortgezet als medegedeeld in het „I.M.T. en de „Br." Dl. II, 1899. 73,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 585