1106
De cavalerie voorhoede l8te peloton handelt ook als daar is aangegeven.
De cavalerie in het heuvelterrein ten N. van den marschweg (het
2de peloton) zorgt de punten te bezetten van waaruit de vijand het
de colonne lastig zou kunnen maken.
Om 6.25 v.m. ontvangt de voorhoedecommandant „bericht N°. 1"
van den commandant der rechterzijpatrouille, luidende:
N°. 1. Aan voorhoedecommandant.
Plaats j Naar het N. gerichte bocht van de rivier,
datum van verzending 3/10 '97
uur 6.22. v. m.
Heuveltje aan overzijde rivier door enkele met geweren gewapende
vijanden bezet, die colonne onder vuur kunnen nemen. Rivier ondoor-
waadbaar. Op plaats van verzending is vijand uit de flank te beschieten.
Blijf waarnemen.
De patrouillecommandant.
Wachtmeester
Overbrenger cavalerist
tempo XXX
De voorhoedecommandant zendt den ordonnans (als geleider) onmid
dellijk met 1/2 sectie van den hoofdtroep der voorhoede naar de
plaats waar de rechterzijpatrouille zich bevindt om den vijand door
vuur te verdrijven. Het ontvangen bericht wordt doorgezonden aan
den colonne-commandant door een ordonnans met de aanteekening
jj 1 2 sectie hoofdtroep aangewezen tot verdrijving van den vijand.
Yerzoeke aflossing door aldeeling uit hoofdcolonne".
De colonne-commandant geeft middels zijn adjudant den commandant
van de dekkingscompagnie den mondelingen last de 1/# sectie van
den hoofdtroep te doen vervangen door '/2 sectie van zijn compagnie.
Zoodra het hoofd van de hoofdcolonne bij heuveltje a (zie plaat
III „I.M.T." 1897 II en „Br." plaat IY) is aangekomen 6.52),
laat de colonne-commandant halt houden en rusten. De duur van de
rust wordt per ordonnans naar achteren gemeld. Yan de rust wordt
partij getrokken op de wijze als beschreven in het „I. M. T." en de „Br."
De voorhoede, en ook de voorhoede cavalerie hebben inmiddels
eveneens halt gehouden, de cavalerie in het heuvelterrein houdt de