1118
Laat ons om dit duidelijk te maken, een enkel voorbeeld noemen.
Een dienstaspirant heeft een kleine oabeteekenende vlek op het
hoornvlies van een der oogen. Bij de consciëntieus uitgevoerde
oogenkeuring, blijkt echter de gezichtsscherpte niet te hebben geleden.
Nadat de man eenige jaren dienst heeft gedaan, tracht hij om de een
of andere reden zich te laten afkeuren en beweert o. a. door bedoeld
vlekje niet goed te kunnen zien, een mededeeling, die voor den medicus
dikwijls zeer moeilijk te controleeren is. Is echter bij de keuring
voor engagement gebleken, dat hij toen wel volle visus had en blijkt
ook uit dienzelfden staat, dat geen nieuwe aandoening de oorzaak
van verminderde gezichtsscherpte kan zijn, dan kan men met vrij
groote zekerheid besluiten tot onwil, een resultaat, dat anders niet
dan na maanden lange observatie in een hospitaal zou verkregen zijn
en ook dan zelfs dikwijls nog niet eens.
Het spreekt van zelf, dat een dergelijk voorbeeld met tal van andere
te vermeerderen zou zijn.
In de tweede plaats zal door de verschillende compagnies
commandanten, onder wie de man successievelijk komt te dienen,
af en toe (bij voorbeeld bij iedere overplaatsing, of anders perio
diek één a tweemaal in het jaar) in dezen staat worden opgetee-
kend, wat in de praktijk is gebleken, van geschiktheid voor den
dienst te velde van den bedoelden persoon. Het is toch zeer ratio
neel (en trouwens 't is ook de bedoeling van het legerbestuur),
dat die geschiktheid niet alleen door den geneeskundigen dienst
wordt bepaald, maar dat wel degelijk, dat wat de ondervinding
aan zijne directe militaire supérieuren hieromtrent leerde, bij de
beoordeeling gewicht in de schaal zal leggen, ja ik geloof zelfs, dat
dikwijls een goede beoordeeling zonder die ondervinding onmogelijk
is. De uitspraak toch van den keurenden officier van gezondheid
berust eigenlijk au fond alleen op theoretische gronden, n. 1. uit
het niet kunnen aantoonen van een of ander organisch gebrek en
uit het aanwezig zijn van voldoende lichaamsontwikkeling, maar
iedereen weet, dat daarmee nog geen waarborg is gegeven voor
absolute validiteit. En dit is ook zeer begrijpelijkimmers het kan
hier gerust gezegd worden, dat daar waar bij een geneeskundige
keuring geen afwijking wordt gevonden, er daarom toch wel een