DE KOLONIALE RESERVE IN NEDERLAND EN IN INDIË. Toen ik Q's opstellen las, voorkomende in de „Locomotief" van 7 Februari en 16 Maart jl., handelende over de Koloniale Reserve in Nederland en in Indië, vroeg ik mij zeiven af: „waarom toch wordt er zoo dikwijls over verschillende zaken en toestanden zoo verkeerd geoordeeld?" De tijd tot antwoorden is wellicht reeds verstreken, doch tot verontschuldiging voor het lang wachten, diene, dat ik zulks overliet aan oudere en meer bevoegde collega's. Die personen hebben zich echter niet doen hooren en derhalve gevoel ik mij verplicht eenige punten, voorkomende in Q's vertoogen, op te helderen en nader te bespreken. Aldus ter zake. Q maakt eene vergelijking tusschen een zwaren dienst in Indië en een dienstje bij de Koloniale Reserve in Nederland. Die vergelijking gaat natuurlijk niet op, maar wat erger is, dat Q's bewering zoo positief gesteld is, alsof men werkelijk in Holland geen zware diensten zou kennenStel u echter gerust en geloof mij, dat zij daar voldoende bekend zijn en dat het daar ook wel eens gebeurt, dat de troepen des ochtends 5 uur uitrukken en 's avonds om 7 a 8 uur in hunne kwartieren terugkeeren. Regel is het daarginds natuurlijk niet, maar hier evenmin. Dat de handhaving der krijgstucht tegenover kolonialen in Neder land moeilijker is dan in Indië geef ik volkomen toe. Dat echter, sinds de stichting van het korps, strengheid ver te zoeken is geweest en dat zij in Nijmegen aan een slappe tucht gewoon zouden zijn, is onwaar en spreek ik beslist tegen, terwijl ik er aan toevoeg, dat het mij ten zeerste verwonderd heeft, dat de H. H., die aldaar de tucht moesten handhaven, het hun door Q aangeboden brevet van onbe kwaamheid niet onmiddellijk hebben geweigerd te aanvaarden. Ja, ik ga zelfs verder en acht de mogelijkheid niet uitgesloten, dat enkele ongeregeldheden juist het gevolg zijn geweest van te streng te straffen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 607