1132
reservisten. Waaraan is dat alles toe te schrjjven? Het antwoord
behoeft men niet ver te zoeken. Er is bij de K.R. een groot gebrek
aan kader en vooral aan goed kader, zoo zelfs, dat een sergeant
dikwijls 2 3 maanden achtereen de week heeft, dus nooit uit
mag. Bovendien moet hij meermalen met behulp van 2 k 3 korpo
raals, eene compagnie beheerschen, die 120 a 150 man sterk is, en
voor het meerendeel uit jonge soldaten bestaat.
En dat alles moet geschieden in de stad Nijmegen, waar veel te
genieten valt, doch waarvan het kader der K.R. zich moet spenen,
terwijl hunne Hollandsche collega's er ruimschoots van kunnen
genieten. Ik heb daar een flink onderofficier gekend. Deze had
werkelijk 2 maanden achtereen de week en er was nog geen kans,
dat er een tweede sergeant zou bijkomen. Aldus vroeg die sergeant
voor 'n Zaterdag en 'n Zondag verlof, hetgeen hem door den C. Ct.
geweigerd werd. Wat deed nu de sergeant? Hij mankeerde die
2 dagen en natuurlijk werd hij zwaar gestraft.
Ik stel nu de vraag: aan wie of wien de grootste foutAan den
C. Ct., aan den sergeant, of aan de organisatie? Het antwoord is
zonder twijfel, aan de organisatie!
Zoolang dan ook de soldijen van het kader niet verbeterd worden,
zoolang zal er gebrek aan kader blijven bestaan en derhalve zal de
K.R. nooit goed aan veler verwachtingen kunnen voldoen.
Felix.