1134 bij de depots zouden laten welgevallen, eene plaatsing hun toegedacht door den heer Thomson in diens voordracht op den 10eu Maart j.l. in de Yereeniging tot beoefening van de Krijgswetenschap gehouden. Hij rekent dien dienst niet tot de meest verheffende en acht de Indische officiereu veel beter op hun plaats bij het actieve deel der strijdkrach ten, doch stuit daarbij op de wanverhouding in anciënniteit der officieren van beide legers. Ons wil het voorkomen, dat men op dit punt in zooverre gerust kan zijn, dat de plaatsing bij de depots voor de Indische officieren geen beletsel zal zijn om hunne diensten in tijden van gevaar aan te bieden. Al zullen ook zij den dienst bij het veldleger verkiezen boven dien bij de depots, indien er afdoende redenen zijn, die het eerste beletten 1), moet van elk goed vaderlander verwacht worden, dat hij ook in een minder gewenschte betrekking zijne krachten zal geven tot verdediging van het grondgebied. Dat door die plaatsing aan de geopperde bezwaren zal zijn te gemoet gekomen, durven wij echter niet onderschrijven. Vooreerst toch zal ook hier de wanverhouding in anciënniteit blijven bestaan, tenzij men die depots uitsluitend encadreere met Indische officieren, een maatregel waarvan de mogelijkheid en wenschelijkheid niet boven twijfel verheven is. Daar tegenover staat, dat dan ook een of meerdere korpsen van het veldleger op dezelfde wijze zouden kunnen worden geëncadreerd, waardoor men meer partij zou kunnen trekken van hunne oorlogservaring. Ten andere ver- meenen we, dat de plaatsing bij de depots toch slechts eene zeer tijdelijke zou zijn. Bij de bij het veldleger te verwachten verliezen zal het toch wel spoedig noodig zijn van de bij de depots aanwezige krachten gebruik te maken om de ledig gevallen plaatsen aan te vullen. Waarom K. de Indische verlofgangers slechts naar een depot verwezen wil zien, zoolang voor hen geen verplichting bestaat bij mobilisatie dienst te doen, is ons niet duidelijk. Wellicht is hierbij uitgegaan van het denkbeeld, dat diegenen, die zich vrijwillig aan bieden, te voren weten, dat zij op geen plaatsing bij het veldleger behoeven te rekenen en dat zij hiermede rekening kunnen houden 1) Er is hier alleen sprake van valide officieren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 614