1142 remcylioders bevindende zuigers, waarvan de stangen aan het achter stuk bevestigd zijn, deelen in die beweging en gaan mede achteruit. De remcyliuders zijn daarentegen bevestigd aan den mantel. Ten gevolge van den door de vloeistof in de cylinders geboden weerstand aan de achterwaartsche beweging der zuigers wordt de terugloop yan het kanon in den mantel beperkt tot 30 cM. De achterwaartsche beweging van het kanon deelt zich mede aan de affuit, welke even wel wordt tegengehouden door de spoor, die, naargelang van de hardheid van den bodem, min of meer diep daarin kan worden vastgezet. Deze spoor is van boven vast, doch scharnierend, aan de onderzijde door een paar sterke spiraalveeren aan de affuit verbonden. Tengevolge van de werking van deze veeren komt de affuit en tengevolge van de werking van een paar gelijksoortige veeren tusschen kanon en mantel komt de vuurmond in batterij terug. De hoogterichting wordt gegeven door middel eener stel- en klem inrichting, waarbij de affuitas met kanon en mantel in de naven der raden draait. Dit is mogelijk, doordat de zijwangen der affuit niet vast, doch draaibaar aan de as zijn verbonden. De zijdelingsche richting ge schiedt op de gewone wijze door middel van eene richtspaak; voor kleine, zijwaartsche bewegingen, wordt gebruik gemaakt van de boven beschreven constructie van de as, welke het kanon eene kleine draaiing (ongeveer 2° naar links en naar rechts) om eene verticale as toestaat. De affuit is nog voorzien van remtoestel voor het gebruik op marsch. Deze wagenrem verschilt van die van het Indische veldgeschut daarin, dat de beide remstangen niet in eene moer onder het midden der affuitas samenkomen, doch ieder aan de buitenzijde der zij wangen in eene moer met kruk eindigen. Slechts bij uitzondering wordt deze rem gedurende het vuur gebruikt. Opzet en vizierkorrel bevinden zich op den mantel en zijn zoo lang, dat de richting staande geschieden kan, terwjjl de opzet zoodanig geplaatst is, dat de richting gelijktijdig met de lading kan worden uitgevoerd. De voorwagen draagt eene kist, waarin 36 patronen zijn geborgen. Yier manschappen kunnen er plaats op vindentwee met front naar achter en twee met front naar voren. De patronen zijn liggende

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 622