1152
Het repeteer-mechanisme moet io een stalen magazijn zjjn opge
sloten 1) omdat:
a, de doorgang voor de patronen zuiver vlak moet zijn
bhout onderhevig is aan invloeden van warmte, regen, droogte,
enz. en daardoor werkt en vervormt.
Bovendien behoeft men de laden van de nog maar eenige jaren
in gebruik zijnde geweren M. 95 slechts aan te zieD, om zich te over
tuigen van de vele beschadigingen, waaraan een houten voorwerp in
handen van den soldaat blootstaat.
2°. Ik heb uit de teekening niet kunnen lezen, dat de aanbreDger-
veer met een zwaluwstaart in een nok van het staartstuk is
geschoven; ook de beschrijving geeft dit niet aan.
Nu ik echter de bedoeling weet, moet ik ook deze bevestiging
afkeuren, want de nok van het staartstuk, die reeds hol is, zou door
de zwaiuwstaartvormige gleuf, voor militair gebruik te zwak worden.
3°. De Heer S. heeft mijn noot op pag. 887 blijkbaar niet begre
pen. Wat op andere geweerteekeningen voorkomt, doet minder ter
zake; deze kunnen ook fout zijn of geweren voorstellen met een
kruisschroef buiten de lengte-as van het geweer.
Ik beweerde alleen, dat als de kruisschroef ook geharceerd was
geweest, evenals de pal, dat dan zou zijn aangegeven, dat beide
voorwerpen in hetzelfde vlak liggen, en dus het geheel uitvallen van
den pal belet zou worden door den kop van de kruisschroef.
4°. Ik kan niet aannemen, dat het den Heer S. ernst is met zijn
beweringen omtrent de voordeelen van de platte veer boven de
spiraal veer.
De ondervinding opgedaan met de geweren M. 95 en de onder
vinding opgedaan bij de Geweermakersschool bij de vele proeven,
die werden genomen, bewijzen zoo duidelijk, dat de platte veer
niet in de schaduw kan staan van de spiraalveer, dat ik niet
gedacht had nog één voorstander van de platte veeren te zullen
tegenkomen.
De spiraalveer is niet spoediger aan verslapping onderhevig dan
eenige andere veer. Maandenlang is hieromtrent een proef genomen
1) De Heer S. wil z|jn repeteer-mechanisme alleen door de lade beschermen.