591
en komt zoo tusschen de beide bovenste walsen, om door de onderste
daarna bewerkt te worden. Aan de voorzjjde is door middel van
gewichten een afstrijkbord aangebracht, hetwelk verhindert, dat de tus
schen de walsen naar buiten tredende plaat gelatine op de perstafel glijdt,
maar langs de walsen naar boven komt. Deze aldus voorgewalste
bladen gaan dan in een fijn walswerktuig om verder bewerkt te
worden. Dit werktuig heeft twee verwarmde walsen, die boven
elkander liggen en door middel van een handrad, schoeven en raderen
zoodanig versteld kunnen worden om de verlangde dikte der platen
te verkrijgen.
\oor militaire doeleinden zijn de platen gewoonlijk 0,3 m.M. voor
geweerkruit en 0,7 m.M. voor geschutkruit. Zooals wij weten,
oefent op de verbranding van het Nitrocellulose grooten invloed
uit of er voor de ladiDg een sterk weerstandbiedend voorwerp ligt
of wel bijv. hagel, dat zeer weinig weerstand biedt, zoodat men voor
jachtdoeleinden bijzonder bladkruit moet hebben en wel van niet
meer dan 0.1 m.M. dikte, zoodat ten opzichte van de massa het ver-
braudingsoppervlak zeer groot is en dat het dus sneller verbrandt
dan het gewone bladkruit. Eveneens moet voor losse patronen het
kruit zeer fijn van korrel zjjn.
Bjj het walsen hoort men dikwijls een zwak geknetter, sommigen
beweerden, dat dat het springen der luchtbellen in de gelatine was;
volgens Guttmann zjjn aan de ontploffingsplaatsen brandvlakken
zichtbaar, doch doordat de stof week is, gaat de voortplanting dier
explosiefwerking niet door; deze plaatselijke ontploffingen ontstaan
door ongegelatineerd gebleven Nitrocellulose. Mochten bij het voor-
walsen ongegelatineerde stoffen niet aan de oppervlakte komen, dan
worden zij in de fijne wals gegelatineerd door den druk en de warmte,
zoodat de massa zeer homogeen dit werktuig verlaat.
Heeft men een oplossingsmiddel gebruikt, dan is het wenschelijk,
dat men dit middel weer kwijtraakt na het gebruik, want bevat het
kruit na aflevering nog aether, dan zal het dit van lieverlede wel
verliezen, doch het kruit wordt poreus en werkt onregelmatig. Reeds
tijdens het walsen, tracht men de stof zooveel mogelijk van de vluchtige
substanties te bevrijden, men moet daarom de walsen niet te warm
laten worden, omdat anders de buitenoppervlakte van de gelatineplaten