1162
en de bataljonscommandant, die een kijkje kwam nemen, was geheel
in het blauw met de pet op.
Vijf personen yolgens éénzelfde artikel 143 regl. op den inwend.
dienst in vijf verschillende tenuen bij eenzelfden dienst.
Si Anoe.
Mobilisatie. Het zou zeer gewenscht zijn eenmaal per kwartaal één
compagnie per bataljon te mobiliseeren, zoodat elke compagnie (eskadron
of batterij) éénmaal per jaar eene beurt kreeg. Dat is het eenige mid
del om bij mobilisatie zoowel bij clen troepals in de magazijnen alles
gereed te hebben.
Er zijn duizend moeilijkheden, die in vredestijd opgeheven kunnen en
moeten worden, maar die tot nu toe niet opgeheven zijn.
Elke oorlogsmobilisatie geeft nu aanleiding tot klachten, die voorko
men hadden kunnen worden, en achteraf tot rechtmatige reclames, die
een gepluis van jaren veroorzaken.
Si Anoe.
Eene aanmerking op eene aanmerking. Uit de aanteekeningsboekjes
model 11, art. 102 van het reglement op den inwend. dienst der infan
terie, moet blijken of de oefening in oorlogshandelingen bepaaldelijk in
twee partijen is gehouden, dan wel of geageerd is met eene gemar
keerde tegenpartijin beide gevallen moet de sterkte der partijen wor
den vermeld, welke sterkte echter waar mogelijk in tactische eenheden
of onderdeelen kan worden opgegeven. De bedoeling is zeer duidelijk,
de zaak zeer eenvoudig.
Toch heeft men hierin veelal een geliefd motief voor bemerkingen
gevonden. Stellen 25 man eene inlandsche bende voor, dan is dat voor
een ieder duidelijk; toch volgt eene aanteekening: „dit had opgegeven
moeten wordon als tactische eenheid, t.w. een sectie." Een sectie Lom
bokkers! Hebben 10 man een kampongrand bezet, om aan te duiden
dat deze door een inlandschen vijand verdedigd wordt; dan luidt de aan-
.merking: „had vermeld moeten worden als 1 groep." En dat is juist
beslist verkeerd, want die 10 man markeerden iets volstrekt anders dan
een groep.
Si Anoe.
Waarom tocli? In de 4° aflevering van het jeugdig tijdschrift: „Het
Militair Recht in Nederlandsch-Indië" verwondert de Heer Bergsma zich,
dat de fd secretarissen zoo dikwijls zondigen tegen het duidelijke en pertinen
te Wetsvoorschrift van art. 103 R. L. Nog grooter wordt die verwonde-