1163 ring, wanneer ZEdG. zegt„En alsof dit de verklaring, dat hetzelve in zijne tegenwoordigheid is gesteld niet genoeg ware, heb ik zelfs officieren-commissarissen zich met deze aangelegenheid zien bemoeien; die legaliseeren dan nog eens het teeken of de handteekening." Mij dunkt, schooner kan het niet en het doet me werkelijk goed eens te hooren, dat ook bevoegde personen zich daarover verbazen. Nu van bevoegde zijde die opmerking is gemaakt, kan men tenminste hopen, dat de fd secetarissen voortaan meer moed zullen hebben, zich aan dat pertinente artikel te houden, om dan met minder vrees de stukken in te dienen. Want immers de kans, de processen-verbaal als foutief of onvolledig terug te krijgen, is nu weer minder geworden. Edoch, na die opmerking, zal iedereen toch wel wijzer worden. Zeer bescheiden, m.i. te bescheiden, is de vraag, die Mr. Bergsma ten slotte stelt. „Waarom toch?", roept de schrijver uit en verwijst dan naar de Wet en verklaart tevens hoe het wezen moet, alsof werkelijk onwetendheid de oorzaak van het dikwijls zondigen zou zijn! Neen, was het slechts onwetendheid, dan zou spoedig genoeg die zonde ophouden te bestaan; maar een geheel andere oorzaak is daarvan de schuld en ik vrees, dat, ondanks die niet genoeg te waardeeren opmerking, die zonde nog eenigen tijd zal voortwoekeren, voordat een ieder er vol doende van doordrongen zal zijn. Het is n. 1. een feit, dat men zelfs andere stukken, die niet eens pro Justitia zijn, gelegaliseerd wenscht te zien, zoodra er Maleische of Chinee- sche karakters in de bandteekeningen voorkomen. Houdt men met dien wensch geen rekening, dan krijgt men te gelegener tijd een nota van bemerking van den volgenden of daarmede overeenstemmenden inhoud. Mil. Cantine. Kasboek. Rekening No. 5 is met Chineesche karakters gesteld, Het verdient aanbeveling voortaan zulke rekeningen te doen legaliseeren door de ond. off. administrateurs of andere personen. Nu vraag ik, waarom toch? Waar blijft het vertrouwen? Felix.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 643