- 599 de praktijk uitstekend te gebruiken was, wanneer men haar uit haar vloeibaren weinig bruikbaren toestand bracht in vasten vorm door er poreuze stoffen mede te drenken. Het hierdoor ontstane dynamiet is tot heden vrijwel de hoofdsoort der brisante middelen gebleven. Andere middelen om het Nitroglycerine voor springmiddel in vasten toestand te brengen, hebben weinig resultaat opgeleverd, in 't bijzon der die door samenvoeging met collodion schietkatoen tot een gela tine, dat het zoogenaamde springgelatine geeft. Dit laatste is echter als uitgangspunt te beschouwen van het tegenwoordige rookzwakke kruit. Nobel was de man, die het gelatineeren vereenigde met de groote kracht, die in het Nitroglycerine zetelt en het op de kruitfabricatie toepaste. Het gemak, waarmede collodion schietkatoen zich met Nitroglycerine tot gelatine vormde, bracht echter in de practijk vele moeilijkheden met zich mede, daar reeds, wanneer men bij Nitroglycerine een tiende van haar gewicht aan collodion schietkatoen toevoegt, het door roe ren lastig is om het gelatineeren gelijkmatig door te voeren, omdat de eerste hoeveelheden van het Nitrocellulose, die met de Nitrogly cerine in aanraking komen, zóó snel in gelatine veranderen en daarbij zooveel vloeistof abeorbeeren, dat voor het gelatineeren van de overige hoeveelheid te weinig overblijft. De toevoeging van een oplossingsmiddel heeft Nobel voorkomen, door een andere toepassing om Nitroglycerine en Nitrocellulose te vereenigen tot een geleiachtige massa en wel door eerst een zui ver mechanische vermenging der moleculen van beide stoffen te doen plaats hebben, door ze in bepaalde verhoudingen samen te vcegeD, en daarna langs physisch-chemischen weg tot gelatineering te komen. Bij lage temperatuur lost Nitrocellulose niet in Nitroglycerine op. Men brengt dus bij 6 tot 8° C. temperatuur 1 gewichtsdeel op losbare Nitrocellulose in Nitroglycerine van 6 tot 8 voudige gewichts- hoeveelheid. De Nitrocellulose kan hierbij droog of vochtig zijn; er mag echter geen neiging tot oplossing plaats hebben, is dat het geval, dan voegt men vluchtige stoffen toe aan de Nitroglycerine bijv.: Benzol (Cc H6).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 71