DIENSTWEIGERING. In het tijdschrift „Het recht in Had. Iodië", deel 72 N°. 5 be- spreekt Mr. A, C. H. Graafland, toen nog Subsistuut Griffier bij het Hoog Mil. Gerechtshof, de jurisprudentie over militaire dienstwei gering. Z.Ed.Gestrenge tracht te betoogen, dat de uitspraken van dat hooge rechtscollege onjuist zijn. Het doel van dit antwoord is aan te toooen dat Mr. Graafland in deze faalt. Terecht eischt het H. M. G. dat een militair, van welken rang of stand ook, niet slechts weigert maar ook opzettelijk nalaat een order, gegeven door dengene, die boven hem gesteld is, uit te voeren. Men moet art. 95 van het G. W. weten te lezen en dan houdt alle twijfel daaromtrent op. Dat art. luidt: „Elk militair, die in „eene affaire tegen den vijand, of in eene plaats, welke dadelijk bele- „gerd of berend is, uitdrukkelijk weigert of opzettelijk nalaat, de „orders van dengene, die boven hem gesteld is, te gehoorzamen of „na te komen, zal met den dood gestraft worden, en wanneer dezelve „misdaad in andere gelegenheden wordt gepleegd, zal dezelve, zoo „het eeD officier is, met cassatie, en zoo het een onderofficier „of minder militair is, met den Kruiwagen gestraft worden"; deze straffen zijn voor officieren gewijzigd in: milit. gevangenisstraf van 5—15 jaren, cassatie met ontzetting enz. en voor onderofficieren of mindere militaire in militaire gevangenistraf van 1 15 jaar. Bij het lezen van dit artikel valt het al dadelijk op, dat het woord „of niet altijd dezelfde beteekenis heeft of hetzelfde begrip uitdrukt. Daar waar de wetgever zegt „in eene affaire tegen den vijand, of in eene plaats, welke dadelijk belegerd of berend is" is het duidelijk, dat hij bedoelt, dat in beide omstandigheden dezelfde straf bedreigd wordt. Maar daar waar hij zegt te gehoorzamen of na te komen, wat taalkundig hetzelfde beteekent, heeft de wetgever niet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 82