EE1V WERKELIJK LEGERBELiXG.
Nu meer en meer blijkt, dat men een aanval van een buitenland-
schen vijand op deze kolonie volstrekt niet onmogelijk acht en daartegen
tant soit peu zijn maatregelen tracht te nemen, is het m. i. niet van
belang ontbloot te wijzen op de remonteering van het Ned. Ind. Leger
en eens na te gaan, of met de tegenwoordige wjjze van aanvulling
het leger slagvaardig is en ook slagvaardig gehouden kan worden.
Erkend moet worden, dat in de allereerste plaats het veldleger
goed voor zijn taak berekend moet zijn en dat eerst daarna gedacht
mag worden aan de doode weermiddelen, hoe onmisbaar deze laatste
ook zijn voor de verdediging.
Van het veldleger laat ik de categorieën menschen en wapenen
buiten beschouwing om mijn aandacht uitsluitend aan de paarden
te wijden.
Kunnen deze laatste geacht worden het leger slagvaardig te maken
tegen een buitenlandschen tegenstander
Het wapen, dat bij deze vraag het meeste belang heeft, is onge
twijfeld de cavalerie; voor haar is het toch een leve nsquaestie.
De cavalerie is in den strijd tegen een Eur. tegenstander onmis
baar, zoowel vóór, gedurende als na het gevecht (zie Leerboek der
Tactiek door A. Hoogeboom en G. J. C. A. Pop, Dl. II Hoofdst.
I I.). Hoe deze strijd ook gevoerd wordt, offensief-defensief of
defensief-offensief, de cavalerie moet den bevelhebber kunnen inlichte^
omtrent 's vijands opmarsch, moet sterkte en wapensoort etc. kunnen
aangeven, in één woord moet de meest volledige inlichtingen kunnen
verschaffen, zonder welke het een tasten in den blinde blijft, waardoor
het leger onmachtig zou zijn iets te verrichten. In de bedekte Indische
terreinen is zij tevens onmisbaar voor den veiligheidsdienst en den
ordonnansendienst. Met 't oog op onze kleine verhoudingen zal de
taak der cavalerie in de eerste plaats bestaan uit: tactische ophel-