616 aangegaan, zal de verkenning dan ook achterwege moeten blijven. M. i. blijkt hieruit voldoende, dat de Ind. cavalerie door haar paardenmateriaal volstrekt niet berekend is voor haar taak tegen een Eur. tegenstander. De jongste expeditiën hebben voldoende bewijzen geleverd, dat menschen en paarden tegen den inlandschen vijand meer dan voor hun taak berekend zijn. Ik zal dan ook niet beweren dat de cav. niet geschikt is voor haar werkkring te velde in het algemeen: het gehalte der menschen en hun oefening acht ik ook in ruime mate voldoende om met vertrouwen den buitenlandschen tegenstander onder de oogen te kunnen zien, doch het is het ivapen van den cavalerist, zijn paard, dat hem dan ongeschikt maakt. Geef hem een deugdzaam, voor het beoogde doel geschikt wapen, en hij zal ook volkomen tegen dien tegenstander opgewassen zijn. Wenden wij ons nu tot de artillerie, die zoowel voor de veld- als voor de bergbatterijen paarden noodig heeft. Zijn de veldbatterijen met hun tegenwoordige bespanning veldbatterijen in den zin, dien men daaraan in Europa hecht? Ik meen dit te moeten betwijfelen. Het is immers voor onze veld- art10 onmogelijk om in het terrein te draven; galoppeeren kan zij zelfs niet op den weg. Hoe moet zij onder vijandelijk vuur in stelling komen? In den regel in stapterwijl daarvoor juist overal de snelst mogelijke gang wordt voorgeschreven. Lezen wij bijv. het Duitsche reglement daarop na, dan vinden wij op blz. 284. „Die zu wahlenden Gangarten sind lediglich abhangig „von den Absichten der Führung, der Gefechtslage und der Boden- „beschaffenheit. Massgebend ist nur die Erwagung, dass die Pferde „ihrer Bestimmung genügt haben, wenn sie die Geschütze in die „Feuerstellung bringen, sei es auch mit Aufbietung ihrer letzten Kraft". Geldt dan voor de Indische veld-artillerie niet wat we vinden op blz. 316 bij Hoogeboom en Pop: „Het vermogen der hedendaagsche vuurwapenen stelt aan de artil lerie niet alleen als eisch, met een groot aantal vuurmouden tegelijk „in het gevecht te treden, maar zoo vroegtijdig mogelijk en met de grootste snelheid in batterij te komen".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 88