99 Was dat noodzakelijk? Was eene dergelijke aanwending van het overcompleet gewenscht? Drie veldbataljons moesten na den afval van Toekoe Oemar van Java naar Atjeh worden gezonden ter ver sterking van de troepen aldaar; werd daardoor misschien de troepen macht op Java zóó zwak, dat de rust in het centrum van ons Aziatisch rijk gevaar liep? Daarmede zou dan bewezen zijn, dat ons leger nog steeds veel te zwak is, niet berekend voor zijn taak, in werkelijk toch niet abnormale omstandigheden. Al geloof ik, dat inderdaad onze krijgsmacht nog altijd niet is opgewassen tegen de taak, die haar is toebedeeld, omdat ik daaronder ook begrijp verdediging van al onze bezittingen tegen èlken vijand, zoo staat toch wel vast, dat deze meening niet wordt gedeeld door het legerbestuur en zeker niet door dat, hetwelk indertijd tot de oprichting der beide reservebataljons besloot. Yeilig kan dan ook wel worden aangenomen, dat niet met het oog op een eerst tijdelijke en later definitieve legerversterking tot deze oprichting werd besloten. Door de maatregelen tijdens de Lombok-expeditie getroffen, door den loop der zaken te Atjeh, die het niet geraden deed achten de nog altijd willige bronnen van aanvoer te stoppen, was bij de infanterie een overcompleet ontstaan. Wel is waar stond daartegenover een groot aantal tijdelijk ongeschikten, een aantal, dat bovendien in de naaste toekomst wel niet verminderen zou, maar de formatie houdt met een dergelijke categorie geen rekening, ook de tijdelijk niet fcruikbaren rekeren in de sterkte der afdeelingen. Met de verschillende troependeelen op formatiesterkte bleef dus een overcompleet, wat een tijdelijke uitbreiding der formatie noodig maakte. Het behoeft wel geen betoog, dat een organisatie, die slechts de keus laat tusschen het indeelen van een tijdelijk bepaald onmisbaar over compleet bij reeds voltallige afdeelingen en het uit dat overcompleet samenstellen van nieuwe afdeelingeD, die als zoodanig geen recht van bestaan hebbeD, niet logisch kan genoemd worder. Of het vastgestelde aantal bataljons met meer dan normale sterkte, doch dan daarbij een aantal niet bruikbare manschappen, öf meer bataljons dan de formatie eischt en deze alle van normale sterkte, eveneens met een aantal niet bruikbare individuen daarin begrepen. Noch het een noch het ander is practiscb, in het eene geval is de Dl. I, 1900.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 117