106 missen, naast de lusten ook de lasten dragen. Zonder ons bezit in de waagschaal te stellen, kunnen wij ons aan die lasten niet onttrek ken, het is een taak, die moet volbracht worden. Die taak te willen volbrengen met onvoldoende middelen is niet mogelijk. Wel echter is het mogelijk en dit hebben wij schitterend bewezen met onvoldoende middelen het uiterste oogenblik af te wachten, het oogenblik, dat zonneklaar blijkt: de beschikbare mid delen zijn onvoldoende. Maar het feit is niet te loochenen, dat dan tevens reeds veel ver knoeid is, dat met moeite en opoffering weer zal moeten worden goedgemaakt. Een gevolg hiervan is, dat, wat vroeger voldoende zou zijn geweest, thans niet meer voldoende is. Zoo leert ons de geschie denis, dat expeditiën met onvoldoende middelen werden ondernomen, omdat het leger te zwak was. Na mislukking der eerste expeditie moeBt dan een tweede volgen, welke thans veel sterker moest zijn dan oorspronkelijk zou noodig geweest zijn. Het te zwakke leger moest dus alleen daarom al tot een grootere sterkte worden opgevoerd dan vóór het mislukken der expeditie voldoende zou zijn geweest, terwijl bovendien de daarbij geleden verliezen nog moesten worden aangevuld. Wat voor uitgaven dus zoo'n mislukte expeditie wel na zich sleept, behoef ik niet te zeggen. Het is dan ook mijn innige overtuiging, dat op den duur minder uitgaven noodig zullen zijn voor een leger, dat geheel berekend is voor zijn taak, dan voor een leger, dat telkens te kort schiet en dan ten koste van groote geldelijke offers met den meesten spoed moet worden versterkt. Ik leg den nadruk op „moet", omdat een koloniale mogendheid nu eenmaal gedoemd is om een oorlog in de koloniën, eens begonnen, door te zetten tot succes verkregen is. Bovendien wat een geldverspilling moet het gevolg zijn van dat herhaald uitbreiden, inkrimpen en opnieuw uitbreiden! Immers een practische aanwending van alle krachten is niet moge lijk, wanneer stabiliteit ten eenenmale ontbreekt. Hoe b. v. een zóó buitengewone aanvulling in zóó korten tijd te verwerken als in 1878 noodig werd, toen na de mislukte Dte expe ditie bleek, dat het leger met te zwakke krachten een oorlog was begonnen tegen het Atjehsche sultansrijk? Yooral bij de toenmalige samenstelling van het leger was dit ten eenenmale onuitvoerbaar.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 124