110
individueele op den voorgrond, Bovondien kan toch altijd indivi
dueel het eigenaardig mengsel van nationale en individueele geaard
heid in aanmerking worden genomen.
Met de velen, die vooral den nadruk zullen leggen op het wen-
schelijke van de bestaande afscheiding, met het oog op een gemeen
schappelijke taal en vooral ook met het oog op den omgang van
officieren met hunne inl. soldaten, kan ik daarentegen in t geheel
niet medegaan. Is het nog mogelijk om te zorgen, dat de officieren
naast de algemeen gebruikte Maleische spreektaal nog een andere
inlandsche taal voldoende hebben leeren gebruiken, het is bepaald
onmogelijk te eischen, dat zij voldoende kennis bezitten van al de
taleD, die in het leger worden gesproken. Kon worden doorgevoerd,
dat een officier, die een bepaalde taal machtig is, ook zijn diensttijd
doorbrengt bij korpsen, welke zijn samengesteld uit inlanders, waar
van deze taal de moedertaal is, dan zou zeer zeker het taaiargument
sterk pleiten voor scheiding van landaarden. Dit is echter absoluut
onmogelijk, misschien met Javaansch sprekende officieren bij Javaan-
sche compagnieën als eenige uitzondering.
Nog zal men een ander argument willsn laten gelden n.i., dat
sommige landaarden moeielijk met elkaar overweg kunnen en dus
aanhoudende krakeelen en vechtpartijen het gevolg zouden zijn van
vermenging. Doch mij dunkt, dat practisch reeds is gebleken, dat
hiervoor geen vrees behoeft te bestaan, immers bij geen der andere
wapens of diensten bestaat landaardsgewijze afscheiding en nimmer is
beweerd, dat hiervan nadeelige gevolgen zijn ondervonden. 'Toch zijn
ongeveer 12 °/0 van de totale sterkte der Javanen, 30 °/0 van die
der Soendaneezen, 5 °/0 van die der Madoereezsn, 18 °/o van die der
Boegineezen en 10 van die der overige inlanders verdeeld over
de andere wapens en diensten. Bovendien zullen al deze bezwaren
bijna geheel wegvallen als het beginsel wordt doorgevoerd, dat de
individuen van verschillenden landaard van af den eersten dag, dat
zij in dienst komen, dooreengemengd moeten worden, zoodat zij met
en naast elkaar hunne militaire opleiding ontvangen.
Mijns inziens kan dus zonder overwegende bezwaren het geheele
inl. element over de verschillende compagnieën der infanterie worden
verdeeld. Het onmiddellijk voordeel daarvan zal zijn, dat de karakter-