115
van serg.-majoor heeft; hij is, wat betreft den inwendigen dienst,
belast met de politie en vervangt ontbrekende officieren. Indien bij
een coropie. een serg.-majoor ontbreekt, wijst de compies. commandant
de daartoe geschiktste onderofficier aan als d.d. serg.-majoor; deze
krijgt titel en onderscheidingsteeken van serg.-majoor. Na vier
maanden den dienst van serg.-majoor tot tevredenheid van den comp1^.
commandant te hebben waargenomen, draagt deze hem voor bij den
korpscommandant voor definitieve aanstelling. Aangesteld zijnde, ge
niet hij ook de inkomsten van serg.-majoor. Yan de aanstelling wordt
door den korpscommandant onmiddellijk gerapporteerd. Yoor den
graad van serg.-majoor worden dus geenerlei bijzondere kundigheden
vereischt, ijver en uitstekend gedrag beslissen over de geschiktheid.
Een serg.-majoor, wiens ijver en geschiktheid te wenschen overlaat,
kan door den compies. commandant worden voorgedragen voor over
plaatsing als serg. bij een andere comple.
Daar ik aanneem, dat de administratie van de compieën. over
gebracht wordt bij den kwartiermeester van het bataljon, is geen
administratief kader bij de compie. benoodigd. De serg. van de week
is als zoodanig belast met de schriftelijke werkzaamheden, die nog
bij de compie. verricht worden en met het toezicht op de magazijnen.
Hij wordt bij eene Eur. compie. in zijn dienst bijgestaan door twee korp.
van de week, terwijl bij een inl. compie. daartoe een inl. serg. en
twee inl. korp. worden aangewezen. Een en ander wordt in het
reglement op den inwendigen dienst nader omschreven.
Hierboven werd dus de normale formatie van de compieën. der
veld- en reservebataljons aangegeven. Indien de sterkte dier compieen.
minder bedraagt dan de normale, dan worden de groepen kleiner;
telt een sectie niet meer dan 12 man, kader inbegrepen, dan wordt
de sectie niet in groepen onderverdeeld. De minimum sterkte van
een sectie is 10 man, kader inbegrepen. Zoo noodig wordt eender
sectiën van een peloton daartoe met manschappen of kader van de
andere sectie van dat peloton aangevuld. Is de sterkte van een
peloton aan kader en manschappen, de pelotonscommandant, ook als
deze onderofficier is, niet inbegrepen, minder dan 20 man, dan wordt
zoo mogelijk die sterkte tot 20 man gebracht door overgang van
kader of enkele manschappen van sterkere pelotons.
Dl, I. 1900. 9