132 op last der officieren, die het vuur slechts in dringende noodzake lijkheid doen afgeven. Een enkel schot mag geen aanleiding kunnen zijn voor het algemeen openen van het vuur. Onze Indische geschiedenis levert talrijke voorbeelden van nacht- marschen op. De vermeestering der linie van Lintau in den Padri- oorlog (Juli 1832) gelukte door de welbestuurde nachtmarschen van de colonnes onder den luitenant-kolonel Vermeulen Krieger en den kapitein Veltman. Bij den tocht tegen Tabehi in den Bandjermassinschen krijg (Mei 1860) voer 's nachts om 1 uur een sergeant de soengej Kendangan op, terwijl Riesz op hetzelfde uur met 130 man en 1 houwitser langs den oever naar Kendangan trok. In den Atjeh-oorlog rukte den 27en Januari 1877 eene colonne onder kapitein de Wilde van Nehen uit. Des avonds om half acht werd de marsch onder begunstiging van helder maanlicht en met inachtneming van de grootste stilte begonnen. Na om half elf met den vijand slaags te zijn geweest en nadat de vijandelijke stelling met succes was bestormd, werd de marsch voortgezet tot in de na bijheid van kampong Lambaroe Aogan, waar omstreeks 1 uur het bivak werd betrokken. Ook de geschiedenis der laatste jaren levert tal van voorbeelden op van nachtmarschen. In onze Indische oorlogen zullen nacht marschen nagenoeg altijd behooren tot de geheime marschen. Geheime marschen. Dikwijls zullen tot het bereiken van het voorgestelde doel geheime marschen noodig zijn. In een landstreek, schaars aan wegen, waar de bevolking, zoo ze ons al niet vijandig gezind is, toch in den regel onder 's vijands invloed staat, moet het geheim houden van marschen onder de moeie- lijkste ondernemingen worden gerangschikt. Geheime marschen zullen dikwerf voorkomen, doch zelden zal 't mogen gelukken het doel van den tocht tot het laatste toe geheim te houden. In weinig bevolkte streken zal 't meer mogelijk zijn dan in volkrijke gedeelten. De voorbereidende maatregelen moeten zoo stil mogelijk genomen worden en zoo kort mogelijk voor den afmarsch. Het doel van den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 150