134
Gedurende den marsch moeten bewoonde oorden zooveel mogelijk
vermeden worden, desnoods door een omweg te maken. Kan eene
ontmoeting met enkele inboorlingen niet ontgaan worden, dan voert
men hen mede of tracht hen om den tuin te leiden door informatiën
in te winnen naar een anderen weg, en dezen dan ook eenigen tijd
te volgen.
Bij geheime marschen moeten de veiligheidstroepen niet te ver van
de hoofdcolonne verwijderd worden, vooral niet indien de marsch ge
schiedt met het doel den vijand te verrassen of te overvallen.
Daar een geheime marsch bovendien bezwaarlijk kan geschieden,
zonder goed op de hoogte te zijn van 's vijands bewegingen, treedt
hier beveiliging der hoofdcolonne tegen vjjandelijke aanvallen ook meer
op den achtergrond.
Wordt gedurende den marsch halt gehouden, dan stelt de troep
zich zoo gedekt mogelijk op.
Ia Juli 1860 werd in deu Bandjermassinschen krijg eene poging
aangewend om het vijandelijk hoofd Djemanoe te Goenoeng Boekit
Mandie op te lichten. Hiertoe rukte eene afdeeling onder den len lui
tenant Bakker om 3 uur 's nachts uit, stak de Riam Kiwa over en
sloeg den weg in naar Mangkau. Een half uur verder verklaarde
de gids den weg niet meer te kennenhij wilde de zijnen niet ver
raden. Eerst des morgens werd daardoor het huis van Djemanoe
bereikt en de oplichting mislukte.
In September 1860 werd in denzelfden krijg een detachement
uitgezonden om Hadji Abdoellah op te lichten. Eerst toen de troep
aangetreden stond in den vroegen morgen van den 156n September,
werd het doel van den tocht aan de manschappen medegedeeld; tot
dusver waren alleen de officieren er mede bekend. Zoo stil mogelijk
werd toen de marsch ondernomen.
Marschen met bijzondere middelen van vervoer.
Met vaartuigen. Het vervoer van troepen in vijandelijk land
zal meestal geschieden met kleine prauwen of booten, zelden met
grootere vaartuigen.
De Bandjermassinsche krijg levert ons voorbeelden van het gebruik
van groote schepen op de rivieren. Deze schepen werden al dan niet
gebezigd in vereeniging met kleinere vaartuigen.