145 noeg gelijk te maken aan die van den aan te tasten vijand. Hierdoor zal de hinderlaag meer waarborg voor de overwinning opleveren en het moreel van den troep verhoogd worden, terwijl deze bovendien meer weerkracht heeft, als zij door den vijand ontdekt en aangevallen wordt. De commandant der hinderlaag moet nauwkeurig de plaats weten waar zij gelegd moet worden, anders moet hij vergezeld worden door een goeden gids. Cavalerie is moeielijker te verbergen dan infanterie, daarom zullen de hinderlagen in den regel bestaan uit dit laatste wapen. Zoodra het detachement, bestemd voor de hinderlaag, is aangetreden, zal de commandant het in zooveel onderdeelen verdoelen, als hij voor de volvoering van zijn plan noodig oordeelt. Hij wijst voor elk onder deel een commandant aan. Bij het marcheeren naar de plaats der hinderlaag moeten ook de noodige voorzorgsmaatregelen genomen worden. Ter plaatse aange komen, doet de commandant deze doorzoeken, deelt den ondercom mandanten het plan mede en geeft de noodige orders voor de plaatsing der hinderlaag en hare wijze van optreden. Zeer geschikt voor hinderlagen zijn défilé's, tuinen, dichte heggen, huizen, velden, diepten enz. Hoe minder tijd het detachement doorbrengt op de plaats der hin derlaag, hoe beter, daar er dan minder kans bestaat om door den vijand ontdekt te worden. Er moet echter tijd genoeg wezen om de hinderlaag behoorlijk te plaatsen. Het meest geschikte tijdstip voor het leggen van hinderlagen is de nacht. Zoo mogelijk moet het detachement van achteren of van terzijde op de plaats der hinderlaag komen, om te voorkomen, dat de vijand de sporen bespeurt. Op de plaats aangekomen, worden de noodige schildwachten uitgezet. Aan den troep, die in hinderlaag ligt, mag niet toegestaan worden zich van de plaats te verwijderen, te spreken, enz., in 't kort iets te doen, waardoor de aandacht van den vijand op de hinderlaag zou gevestigd kunnen worden. Bij dag kan aan een gedeelte van het detachement worden toegestaan te rusten, gedurende den nacht moet alles waakzaam zijn. Men moet den manschappen dan beletten te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 163